Bezwaar tegen informatiebeschikking toch ontvankelijk

Naar aanleiding van een boekenonderzoek is aan een particulier met dagtekening 30 september 2014 een informatiebeschikking gegeven. Per brief van 9 oktober 2015 heeft de particulier bezwaar gemaakt. In geschil is of de belastinginspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Volgens Gerechtshof Den Haag heeft de belastinginspecteur de verzending van de informatiebeschikking niet aannemelijk gemaakt. De bezwaartermijn is pas gaan lopen op 10 juli 2015, de dag van ontvangst van de informatiebeschikking door de boekhouder.De particulier heeft aangevoerd dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding, omdat de belastinginspecteur de particulier op het verkeerde been heeft gezet door meerdere keren te zeggen dat de informatiebeschikking onherroepelijk vaststond en er geen bezwaar meer kon worden gemaakt. Het gerechtshof acht aannemelijk dat de belastinginspecteur zich in de hiervoor door de particulier bedoelde zin heeft uitgelaten.

De mededeling van de belastinginspecteur dat de informatiebeschikking onherroepelijk vaststond en er geen bezwaar meer kon worden gemaakt, was onjuist. De particulier heeft aangevoerd dat hij eerst nadat hij een advocaat had ingeschakeld erachter kwam dat wel bezwaar mogelijk was geweest.

Naar het oordeel van het gerechtshof kan het de particulier in dit geval niet worden verweten dat hij – afgaande op de onjuiste mededelingen van de belastinginspecteur – heeft nagelaten binnen de wettelijke termijn bezwaar te maken (vgl. HR 8 mei 2009, 41901, ECLI:NL:HR:2009:BI2974). Dat de particulier werd bijgestaan door een boekhouder doet daaraan niet af.

Het gerechtshof wijst de zaak terug naar de belastinginspecteur.

(Bron: Fiscanet

 

 

Gerelateerde artikelen