Bestuurder terecht ex artikel 33 IW 1990 aansprakelijk gesteld
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het hiertegen door de bestuurder (X) ingestelde beroep ongegrond.
In hoger beroep bij Hof Den Bosch is in geschil het antwoord op de volgende vragen:
I: Kan X voor de toepassing van art. 33 IW 1990 als (middellijk) bestuurder van de cv worden aangemerkt?
II: Zo ja, kan X zich met succes disculperen ingevolge artikel 33, lid 4, IW 1990?
III: Verzet de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in artikel 33.7 Leidraad invordering 2008 zich tegen aansprakelijkstelling voor het volledige bedrag van € 284.506?
IV: Is X terecht en tot het juiste bedrag aansprakelijk gesteld voor de met de onbetaald gebleven belastingschulden verband houdende invorderingsrente, invorderingskosten en boetes?
X is van mening dat de beschikking aansprakelijkstelling ten onrechte is opgelegd, dat de vragen I en IV ontkennend moeten worden beantwoord en de vragen II en III bevestigend. De Ontvanger is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Het Hof beantwoordt vraag I bevestigend, de vragen II en III ontkennend. Voor wat betreft vraag IV oordeelt het Hof dat het bedrag van de aansprakelijkstelling voor de boetes dient te worden verminderd met € 412. In zoverre is het gelijk aan X.
(Bron: Fiscanet)