Bestuurder terecht aansprakelijk gesteld voor belastingschulden van bv
De bestuurder is voor een bedrag van € 188.071,10 aansprakelijk gesteld voor belastingschulden van de bv. Het betreft de tijdvakken mei 2012 tot en met mei 2013. De bestuurder heeft erkend dat selectief crediteuren zijn betaald: concurrente crediteuren eerder dan de Belastingdienst.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht de in september en oktober 2012 behaalde positieve resultaten van de bv zodanig dat de bestuurder kon menen dat de belastingschulden die in die maanden ontstonden zouden kunnen worden betaald. Voor deze tijdvakken kan niet worden gezegd dat hij wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de handelwijze van de bv tot gevolg zou hebben dat belastingschulden onbetaald zouden blijven. In zoverre is geen sprake geweest van onbehoorlijk bestuur. De aansprakelijkstelling is door de Rechtbank verminderd tot een bedrag van € 171.330.
In hoger beroep is de aansprakelijkstelling betreffende de tijdvakken 1 november 2012 tot en met 31 mei 2013 in geschil. Voor deze periode is een rechtsgeldige melding betalingsonmacht gedaan. Slechts in geschil is of sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur aan de zijde van de bestuurder. Volgens Hof Den Bosch is dat het geval.
Gelet op de structurele, slechte financiële omstandigheden en het (oplopende) bedrag aan belastingschulden van de bv had geen redelijk denkend bestuurder zo gehandeld als belanghebbende heeft gedaan. Het zoeken naar mogelijke investeerders vanaf november 2012 en in 2013 leidt niet tot een ander oordeel. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard.
(Bron: Fiscanet)