Bestuurder terecht aansprakelijk gesteld voor belastingschulden stichting
X is als bestuurder ex artikel 36 IW 1990 tot een bedrag van € 117.417 aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven loonbelastingschulden van stichting A.
Rechtbank Gelderland is van oordeel dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat het niet aan hem persoonlijk is te wijten dat de stichting de melding betalingsonmacht niet heeft gedaan. Hij wordt dan ook op grond van de wet niet toegelaten tot weerlegging van het vermoeden dat de niet-betaling van de naheffingsaanslagen aan hem als bestuurder te wijten is. Het verwijt dat X kan worden gemaakt is dat hij nalatig is geweest om zich als bestuurder zelfstandig en gedocumenteerd op de hoogte laten te houden van het reilen en zeilen van de stichting en van de financiële positie van de stichting. Uit de verklaringen van X leidt de Rechtbank af dat hij geen adequate invulling heeft gegeven aan zijn rol als bestuurder van de stichting.
Hij heeft genoegen genomen met mondelinge informatie over de financiën van de stichting en heeft geen gebruik gemaakt van zijn bevoegdheden als voorzitter van het bestuur om zich adequaat te laten informeren. X heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat het voor hem onmogelijk was om inzage te krijgen in de gang van zaken van de stichting waaronder de financiële administratie. Hij heeft vertrouwd op mondelinge informatie van de directeur die volgens hem niet financieel deskundig was. Doordat X op deze punten nalatig is geweest, was hij niet geïnformeerd over het reilen en zeilen van de stichting en haar financiële situatie en niet in staat om de betalingsonmacht bij de Ontvanger te (laten) melden. De Ontvanger heeft X dan ook terecht aansprakelijk gesteld voor de niet betaalde naheffingsaanslagen loonheffingen van de stichting, aldus de Rechtbank. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
(Bron: Fiscanet)