Besluit verleggingsregeling btw telecommunicatiediensten gepubliceerd
Bij afnemers van telecommunicatiediensten bestaat een toenemende onzekerheid over het geldend kunnen maken van het recht op aftrek van btw. Dit wordt veroorzaakt door de mogelijkheid van btw-carrouselfraude. Mede daarom is er aanleiding goed te keuren dat een verleggingsregeling kan worden toegepast op het verrichten van telecommunicatiediensten die in Nederland plaatsvinden tussen ondernemers die deze diensten verrichten.
De staatssecretaris keurt goed dat de heffing van omzetbelasting plaatsvindt met toepassing van de verleggingsregeling op het in Nederland verrichten van telecommunicatiediensten als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel r, van de Wet op de omzetbelasting 1968 tussen ondernemers die deze diensten verrichten.
Deze regeling houdt in dat de ondernemer die in Nederland telecommunicatiediensten verricht aan een andere ondernemer die deze diensten verricht geen omzetbelasting vermeldt op de factuur die hij uitreikt. De verleggingsregeling ziet alleen op de dienstverrichting tussen ondernemers die (ook) telecommunicatiediensten verrichten, zodat de dienstverrichting naar eindgebruikers buiten de reikwijdte van deze regeling valt. In dit verband worden onder eindverbruikers mede verstaan ondernemers die dergelijke diensten aanschaffen om ze binnen de eigen organisatie te verbruiken. De ondernemer die de dienst verricht kan volstaan met het op de factuur opnemen van de vermelding ‘btw verlegd’. De afnemer van deze diensten zal dan de verschuldigde omzetbelasting in zijn aangifte opnemen als door hem verschuldigde omzetbelasting. Op dezelfde aangifte kan die omzetbelasting met inachtneming van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 eventueel in aftrek worden gebracht.
Lees ook: