Ex-CEO en ‘zondebok’ Accon: ‘In shock door beschuldiging van malversaties’

Is Accon avm ten gronde gegaan door ‘malversaties’ van zijn voormalige CEO? Of hebben de aandeelhouder en de commissarissen Guus Delger ‘aan de schandpaal genageld’ om hun eigen falen te maskeren?

Door Jan Smit

Zaaknr 23/16

Verstrekking van ‘onjuiste financiële gegevens’ aan de commissarissen, de aandeelhouder en huisbankier ING. Het opmaken van ‘onware’ jaarrekeningen. ‘Onware en misleidende’ memo’s aan de  commissarissen. Het aangaan van nieuwe financieringen zonder toestemming van de commissarissen. De klacht waarmee Stichting Algemeen Managementadvies, rechtsopvolger van de voormalige eigenaar van Accon avm, maandag bij de Accountantskamer Guus Delger, voormalig CEO van dit inmiddels overgenomen accountantskantoor, bestookte, was niet mis.

Volgens de stichting is Accon avm in 2021 in de financiële problemen geraakt en is Delger daarvoor verantwoordelijk. Hij zou aan de basis hebben gestaan van ‘malversaties’ waardoor de penibele financiële situatie het voormalige toptienkantoor in de handen dreef van concurrent Flynth.

Delger, destijds nog RA, maar inmiddels uitgeschreven uit het register, zou daarmee alle fundamentele beginselen van de VGBA aan zijn laars hebben gelapt, betoogde Dick Alblas, advocaat namens de stichting. “Betrokkene creëerde een fictieve realiteit en verzweeg en verhulde de echte werkelijkheid. Met de manipulatie en wanpraktijken in de financiële rapporten wist hij stakeholders op afstand te houden. Dit is schokkend, voor Accon avm, het maatschappelijk verkeer en de hele accountantsberoepsgroep.”

De commissarissen en aandeelhouder van Accon avm besloten Delger eind 2021 vanwege de vermeende ‘malversaties’ 2021 te schorsen en te ontslaan

‘Gerommel met posten en manipulatie van de halfjaarcijfers’
Gerommel met de post onderhanden werk was een van belangrijkste aantijgingen. Volgens klager zijn er door Delger in de financiële (half)jaarcijfers over 2019 en 2020 ‘vele miljoenen ‘bijgeplust’ onder de titel van onderhanden werk ‘zonder dat daarvoor enige feitelijke of realistische grondslag bestond, om de EBITDA te verbeteren’. Volgens klager ging het daarbij om liefst 75.000 uur niet-bestaand onderhanden werk.

Ook zou Delger zowel aan ING als aan de commissarissen in de halfjaarcijfers 2020 een belastingschuld van 11,2 miljoen euro hebben gerapporteerd, terwijl hij ‘wist of althans behoorde te weten’ dat die belastingschuld 22,5 miljoen euro bedroeg.

Verder zou de voormalige CEO zonder toestemming van de commissarissen 1,5 miljoen extra hebben geleend bij ING.

Klager baseert zich bij deze beschuldigingen onder meer op meldingen van klokkenluiders via de CFRO. Die hadden betrekking op ‘manipulatie van de halfjaarcijfers 2019 en 2020, van de eindejaarcijfers 2020 en het door betrokkene niet ter goedkeuring aan de commissarissen voorleggen van nieuwe financieringsarrangement’. Uit onderzoeken van Accon avm zelf, de externe accountant Mazars en van een forensisch accountant bleek volgens de commissarissen  dat er ‘aanzienlijke wijzigingen’ waren aangebracht in de jaar- en halfjaarcijfers. 

Daarbij leek het of de ratio’s uit de financieringsafspraken met de bank werden behaald. In werkelijkheid zou dit volgens klager niet zo zijn geweest. Na herstel van deze ‘fouten’ resulteerde dit volgens klager in een ‘aanzienlijk’ lager eigen vermogen per 1 januari 2020 van ruim dertien miljoen euro. Daarmee zou de werkelijke solvabiliteit zij uitgekomen op 16,5 procent, terwijl ING een solvabiliteit eiste van 25 procent.

‘Falende overnamestrategie en OOB-strategie’
Volgens Delger en Marc Kelder, zijn advocaat, berusten alle aantijgingen op drijfzand en zou de voormalige CEO als ‘zondebok aan de schandpaal zijn genageld’ om het eigen falen van de commissarissen en het bestuur van de stichting te verbloemen. 

Vooral de ‘malversaties’ waarvan Riet Nelisse, voorzitter van de stichting, hem in de pers betichtte, kwamen hard aan. Delger, hoorbaar geëmotioneerd: “Je belandt in een totale shock. Eerst gaat je wereld op slot, alsof iedereen je gaat ontlopen. Mijn kinderen kregen in de buurt te horen dat ik in de gevangenis zat. Een nieuwe baan kan ik wel vergeten. Ik ben kansloos. Een keer googelen en je ligt eruit.”

Het falen van de stichting en de commissarissen heeft volgens Kelder betrekking op de ‘mislukte groeistrategie’ van Accon avn – iets wat Delger al eerder had gemeld en door zijn advocaat tijdens de zitting werd toegelicht. Die groeistrategie bestond uit een ‘falende, vrijwel volledig bancair gefinancierde overnamestrategie van bijna twee decennia en een eveneens falende OOB-strategie tussen 2015 en 2019’. Twee strategieën die volgens de advocaat zijn uitgevoerd onder Peter Feijtel, de voorganger van Delger. De stichting en de commissarissen steunden hem daarbij.

Kelder: “Accon heeft tussen 2008 en 2018, toen Delger eindelijk in de positie kwam om een einde aan de overnamestrategie te maken, voor een bedrag van rond 85 miljoen euro aan kantoren overgenomen. (…) In diezelfde periode is de omzet van Accon gedaald van 115 miljoen euro naar 88 miljoen euro. Dat betekent dus dat er in een periode van tien jaar zo’n 100 miljoen euro uit de onderneming is weggevloeid.”

Het optuigen van de controlepraktijk resulteerde volgens Kelder in zo’n tien OOB-klanten. Controleklanten die volgens hem ‘niet zonder reden’ door de echte OOB-kantoren de deur waren gewezen en alleen konden worden bediend met ‘dure interimmers van buiten’. Iets wat ‘rampzalig’ uitpakte omdat er ‘miljoenen euro’s’ verloren zouden zijn gegaan. 

Die OOB-strategie kwam volgens de advocaat in 2019 onder druk te staan toen de AFM berichtte dat de kwaliteit van de controlepraktijk nog steeds ‘zwaar onvoldoende’ was en Feijtel, Delgers voorganger, niet langer te handhaven bleek als CEO en statutair bestuurder van de groep. Delger werd op verzoek interim-CEO.

‘Delger valt niets te verwijten’
Delger heeft volgens Kelder zowel in zijn tijd als CFO – hij was CFO onder Feijtel, red. – als in zijn tijd als CEO waar het ging om cijferoverzichten ‘regelmatig de grenzen opgezocht van de beoordelingsruimte die hij had’. Dit ‘kon en mocht’ omdat hij wist dat die grenzen tijdens de jaarlijkse controle door de externe accountant ‘besproken en gesteld’ zouden worden. Maar dat is iets anders dan malverseren, aldus de advocaat.

Een goed voorbeeld daarvan betreft de post belastingen in de halfjaarcijfers 2020. Volgens klager was die in werkelijkheid twee keer zo hoog als vermeld. Iets dat door Delger wordt bestreden. Hij wijst op latente compensabele verliezen van ongeveer tien miljoen euro, onder meer voorvloeiend uit een verliesgevende vastgoedtransactie.

Van gerommel met de post onderhanden werk is evenmin sprake, meende Kelder. Het klopt dat er twee sets halfjaarcijfers waren: een voor de commissarissen en een voor de bank. Sets met verschillende omzetten en resultaten. Maar dat kon ook niet anders. Met de commissarissen was de afspraak dat zij uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op de verslagperiode voorlopige cijfers zouden ontvangen. Op dat moment was het volgens de advocaat nog onmogelijk goed inzicht te bieden in de post onderhanden werk. In de rapportage aan de bank, die enkele weken later werd verstuurd, kon dit wel.

Dit werken met verschillende sets halfjaarcijfers was volgens Delger bij Accon bovendien al jaren staande praktijk: “Dit deden we al toen ik in 2007 als financieel directeur bij Accon in dienst trad.”

Delger valt volgens Kelder niets te verwijten. Hij heeft de commissarissen voortdurend geïnformeerd over de ontwikkeling van de productie en de werkvoorraad. Ook toen vaste klanten tijdens corona hun stukken ineens niet meer aanleverden omdat hun werkzaamheden stil lagen, de omzet in 2020 dreigde te zakken tot 85 miljoen euro en Accon afstevende op verlies.

Beste bewijs dat zijn client niets valt te verwijten levert volgens de advocaat de in april 2022 overeengekomen vaststellingsovereenkomst tussen Delger en Accon. Een overeenkomst met daarin ‘de contractuele beëindigingsvergoeding, daarbovenop nog een extra bedrag en – in het kader van deze ook zeer relevant – voor Delger finale kwijting’. Kelder: “Als de aan Delger toe te schrijven malversaties tot de ondergang van Accon hebben geleid, zou deze finale kwijting nooit zijn verleend.”

Uitspraak binnen twaalf weken of zoveel eerder/later als mogelijk/noodzakelijk.
 

Gerelateerde artikelen