Bescheid voldoet aan eisen om als factuur te worden aangemerkt

Voldoet een ‘bescheid’ waarop een aanneemsom voor de bouw van een bedrijfspand en een bedrag aan omzetbelasting staat vermeld aan de eisen om als factuur te worden aangemerkt? Gerechtshof Den Bosch oordeelde onlangs dat dit het geval is.

X heeft een bedrijfspand laten bouwen en is een betalingsregeling overeengekomen die verbonden is aan de voortgang van de bouw. Nog voor aanvang van de bouw heeft hij op 20 oktober 2008 een bescheid ontvangen waarop de volle aanneemsom van € 685.000 in rekening is gebracht plus € 130.150 omzetbelasting. Alhoewel deze factuur niet bedoeld is voor betalingen (er volgen deelfacturen naar mate de bouw vordert), heeft X in het kwartaal waarin de factuur is uitgeschreven de daarin vermelde voorbelasting afgetrokken en niet de omzetbelasting die op de deelfacturen in rekening is gebracht.

Na verwijzing door de Hoge Raad (13/03775, ECLI:NL:HR:2015:1084) moet Hof Den Bosch onderzoeken of het bescheid van 20 oktober 2008 is aan te merken als een factuur, en X over het vierde kwartaal in 2008 recht heeft op aftrek van voorbelasting.

Gegeven het feit dat op het bescheid de term ‘Factuur’ is vermeld, alsmede ‘Factuurnummer: 607’ en dat aan (vrijwel) alle voorwaarden die in artikel 35a, lid 1, Wet OB 1968 zijn gesteld aan een factuur wordt voldaan, komt het Hof tot de conclusie dat het bescheid kan worden beschouwd als een factuur in de zin van de wet. Dat op het bescheid per abuis 6% in plaats van 19% is vermeld en dat ten onrechte een betalingstermijn van 14 dagen is vermeld, maakt dit niet anders.

Het beroep dat de Inspecteur nog doet op de toepassing van artikel 29, lid 2, Wet OB 1968 wordt door het Hof verworpen. X heeft terecht de omzetbelasting, zoals vermeld op de factuur in het vierde kwartaal van 2008 als voorbelasting in aftrek gebracht.

 

(Bron: Fiscanet

Gerelateerde artikelen