Beroep niet-ontvankelijk vanwege voorbarige ingebrekestellingen

13 december 2016

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de beroepen van een particulier niet-ontvankelijk verklaard. Terecht, aldus Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Een particulier heeft een belastinginspecteur op 2 mei 2013 in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig beslissen op bezwaren tegen navorderingsaanslagen IB/PVV 2004 en 2005. Hij heeft de belastinginspecteur daarna nog twee keer in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op de bezwaren.

De particulier is in beroep gegaan bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank heeft de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Dat acht Gerechtshof ’s-Hertogenbosch terecht. Op het moment van de ingebrekestellingen van 2 mei 2013 was de beslistermijn voor het doen van uitspraken op bezwaar nog niet verstreken, aldus het gerechtshof. De daaropvolgende beroepen zijn daarom voortijdig ingediend.

Het standpunt van de particulier dat de beslistermijn voor het doen van uitspraken op bezwaar was beëindigd omdat hij de in een informatiebeschikking opgenomen vragen afdoende had beantwoord, wordt door het gerechtshof verworpen.

Ten aanzien van het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn overweegt het gerechtshof dat dit verzoek pas aan de orde kan komen bij de inhoudelijke beoordeling van de uitspraken op bezwaar. Nu deze procedures zich nog in de bezwaarfase bevinden, is het verzoek voorbarig en wordt het afgewezen.