Berisping voor accountant die zonder grondslag zekerheid gaf

Zaaknr. 20/1812

Over deze zaak schreven wij: 'Voor zo'n simpele berekening is geen accountant nodig'

Het 'oordeel' van een accountant over de waarde van aandelen betekende een fikse financiële aderlating voor de potentiële verkoper ervan. Maar de accountant kon gezien zijn beperkte onderzoek helemaal geen oordeel geven.

De accountant schreef dat de bijlage van zijn brief over de waarde van de aandelen hoorde bij 'het oordeel'. Een woord dat zekerheid suggereert. Maar had de accountant dan voldoende zekerheid verschaft om tot een oordeel over de waarde van de aandelen te kunnen komen?

De klager in deze kwestie is werknemer van een specialistisch bedrijf in medische apparatuur. Hij had 1.040 aandelen in bezit die bij beëindiging van de dienstbetrekking verkocht moeten worden. Omdat in juni 2020 zijn dienstverband overging naar een andere onderneming, moest hij dus die aandelen verkopen. Maar wat was de waarde hiervan? De accountant kwam naar eigen zeggen met een rapport van feitelijke bevindingen. 

Hij deed in het rapport geen waardering van de certificaten, hij bekeek alleen of de prijsberekening juist was en of de gegevens aansloten op die prijsbepaling, zo zei zijn raadsman op de zitting in maart bij de Accountantskamer. Bij die prijsbepaling had de werknemer de pech dat gekeken werd naar de jaarrekening van een uitzonderlijk slecht jaar. Gemiddeld draaide de onderneming 287.000 euro winst, maar toevallig dat jaar niet, wat de waarde van die aandelen bepaald geen goed deed.

'Feitelijke bevindingen'
Van een rapport van feitelijke bevindingen (4400N) was geen sprake, zo oordeelde de tuchtrechter deze week. De accountant trok namelijk een conclusie over de waarde van de certificaten. En dat past niet in een dergelijk rapport, “omdat een accountant daarin alleen rapporteert over de feitelijke bevindingen die volgen uit zijn werkzaamheden''. Hij mag daarin geen oordeel geven of conclusies trekken. Bovendien wekte hij de indruk zekerheid te verschaffen over die waarde, alleen al door te verwijzen naar zijn 'oordeel'. 

Ook omschreef hij in zijn brief niet zijn verrichte werkzaamheden. Dus beoordeelt de tuchtrechter zijn schrijven als een assurance-rapport. De accountant heeft erkend dat hij geen assurance-werkzaamheden heeft uitgevoerd, waaruit de Accountantskamer de conclusie trekt dat zijn rapport geen deugdelijke grondslag heeft. “Daarmee heeft betrokkene gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.'' 

De tuchtrechter geeft de accountant een belangrijke tip mee: overleg vooraf met de beoogde gebruikers van dat rapport over de uit te voeren werkzaamheden en de uitgangspunten van die opdracht.

De tuchtrechter legt een berisping op.