Berisping voor accountant die zijn vrouw hielp

De accountant die het administratiekantoor van zijn vrouw bijstond, is berispt.

Zaaknr. 19/1209

Het verslag van deze zaak: 'Accountant verschuilt zich achter zijn vrouw'

De beklaagde keek 'af en toe mee' met samenstelwerkzaamheden maar had daarbij onvoldoende oog voor zijn verantwoordelijkheid als accountant.

Het administratiekantoor van de vrouw van een accountant stond een bouwbedrijf bij. Dat bedrijf meende dat de accountant echter al het werk deed. En hij had moeten zien dat een medevennoot in dit bouwbedrijf stiekem een soortgelijke onderneming had opgericht met vrijwel dezelfde naam. De kosten gingen naar het bestaande gezamenlijke bedrijf, terwijl de winsten naar deze nieuwe onderneming vloeiden. De accountant verzuimde om in te grijpen, zo was het verwijt. 

Vervolgens raakten de twee aandeelhouders in conflict. Omdat ze uit elkaar wilden, was de vraag wat de waarde van de aandelen was. De accountant zou een waardering opgesteld hebben, terwijl hij van het conflict wist. Ook zou hij de jaarrekening 2016 hebben opgesteld die onjuist en misleidend is. De beklaagde zelf benadrukte dat hij zijn vrouw slechts van advies voorzag. Bovendien heeft de accountant nooit geweten van vermeend misleidende informatie in jaarrekeningen.

Verantwoordelijk
Of de jaarrekening 2016 onjuistheden bevat, kan de Accountantskamer niet vaststellen. Wel vindt de tuchtrechter dat de accountant zichzelf in een positie bracht waarin hij dat ook niet goed kon vaststellen. De beklaagde was dusdanig betrokken bij het werk van het administratiekantoor dat hij feitelijk verantwoordelijk was. Dat hij 'af en toe meekeek' en waar nodig vragen beantwoordde, roept de vraag op of hij wel voldoende “inzicht in de entiteit heeft kunnen verwerven'', stelt de tuchtrechter in haar uitspraak. “Hij beschikte in ieder geval niet over de vereiste documentatie en de aansluiting daarvan op de jaarrekening.''

Het administratiekantoor staakte vanaf januari 2018 haar werkzaamheden voor het bouwbedrijf. Wel werd het kantoor in juni 2018 nog gevraagd de aandelen van de onderneming te waarderen. Dat was een vraag van de medevennoot die het tweede bouwbedrijf met vrijwel identieke naam had opgericht. De klager, de andere vennoot dus, wist niet dat het administratiekantoor de waarde zou berekenen. De accountant wist dat de twee onenigheid hadden. Hij had op dat moment moeten onderkennen dat er sprake was van een bedreiging voor zijn objectiviteit, stelt de Accountantskamer in haar uitspraak. Dat de klager op dat moment geen klant meer was en dat het hier slechts ging om 'een indicatie van de waarde', is onvoldoende, stelt de tuchtrechter. Dat maakt ook dit klachtonderdeel gegrond. Dat de aandelen bewust te laag zijn gewaardeerd, vindt de tuchtrechter niet aannemelijk.

De Accountantskamer vindt een berisping passend. Onder de vlag van het administratiekantoor van zijn vrouw bemoeide hij zich met de advisering. “Hij heeft zijn verantwoordelijkheid als accountant voor die werkzaamheden niet of onvoldoende onder ogen gezien.'' Ook ziet de tuchtrechter in dat de accountant inmiddels geen bemoeienis meer heeft met het kantoor van zijn vrouw.

Gerelateerde artikelen