Berisping RA om controle bij failliet bouwbedrijf Vannel blijft in stand

De maatregel van berisping tegen een registeraccountant in de zaak van het failliete bouwbedrijf Vannel uit Eindhoven blijft in stand. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bekend gemaakt. Weliswaar heeft de betreffende RA in hoger beroep op één punt gelijk gekregen, maar de voornaamste kritiek is in stand gebleven, namelijk dat hij bij de waardering van de grondpositie van Vannel tekort is geschoten in zijn waarderingsplicht.

De klacht was ingediend door een collega-registeraccountant, die een klant adviseerde dat hij een opdracht van Vannel gerust aan kon nemen, omdat de kaarten er goed uitzagen. De RA kwam tot dat advies op grond van het controlerapport over de jaarrekening 2010 van Vannel van de hand van zijn collega bij KPMG, dat dateerde uit juni 2011.

Niettemin ging Vannel failliet, in 2012, en bleef de klant van de klager met de onbetaalde rekening voor uitgevoerd werk achter. Achteraf bleek vooral dat de grondpositie van het bouwbedrijf veel te rooskleurig was voorgesteld. Het ging om een stuk grond van dik zes hectare op bedrijventerrein Habraken in Veldhoven, dat nagenoeg het enige actief van het bouwbedrijf was. Dat had de grond in 2002 voor net iets meer dan een miljoen gekocht, in 2010 is de actuele waarde vastgesteld op ruim drie miljoen.

Bij die waardebepaling is uitgegaan van een taxatierapport uit 2008 met een optimaal ontwikkelingsscenario. Het ging om grond dat aanvankelijk de bestemming ‘agrarisch’ had, maar bedrijventerrein werd. De gemeente Veldhoven wilde het wel aanschaffen, maar na het uitbreken van de kredietcrisis trok ze zich terug.

De controlerend accountant had zich de vraag moeten stellen of, sinds het uitbreken van de wereldwijde economische crisis sinds 2008, het taxatierapport uit 2008 twee jaren later nog wel representatief was, stelt het CBb. Bovendien had hij moeten zien dat de grond van Vannel in twee verschillende projectfases van het bouwterrein lag, ‘een fout die ook voor leken op het gebied van taxaties gemakkelijk te herkennen is’. Het was maar de vraag of de gemeente verder wilde met grondruil in een latere fase van de ontwikkeling, waarop het grootste deel van de grond van Vannel gelegen was.

Het punt waarop de controlerend registeraccountant in hoger beroep gelijk heeft gekregen betrof het verwijt aan hem dat de agioreserve die was ontstaan bij verkrijging van de aandelen niet als wettelijke reserve deelneming aangemerkt had mogen worden. Dat onderdeel van de klacht is in hoger beroep verworpen.

(Zaaknr.  bij Accountantskamer: 12/2451)

 [Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen