Berisping jonge AA en doorhaling oudere AA
De NBA had bij de Accountantskamer de klacht tegen beide AA’s ingediend. De NBA verwijt de twee accountants dat ze er niet voor hebben gezorgd dat hun accountantspraktijk ten tijde van een hertoetsing beschikte over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat was afgestemd op de aard, omvang en het belang van de opdrachten en waarmee voldaan werd aan het bepaalde bij en krachtens de Wab, nu betrokkenen wat betreft vier getoetste dossiers onder meer hebben gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen ‘professionaliteit’ en ‘vakbekwaamheid en zorgvuldigheid’ zoals neergelegd in de VGBA. Aan deze klacht is ten grondslag gelegd dat de toetsers tijdens een hertoetsing van 17 juni 2015 in de vier onderzochte samenstellingsdossiers tekortkomingen hebben geconstateerd in:
a) de aanvaarding en continuering;
b) de uitvoering en documentatie van de werkzaamheden en
c) de afwerking en rapportering.
Jonge accountant berisping
De Accountantskamer legt de jonge accountant de maatregel van berisping op, ook al hadden de geconstateerde tekortkomingen doorhaling in het accountantsregister kunnen rechtvaardigen. Maar de tuchtrechter betracht enige coulance, omdat de jonge accountant heeft toegezegd de hulp in te zullen roepen van een extern deskundige om het stelsel van kwaliteitsbeheersing van zijn praktijk op orde te brengen. Ook kan uit het definitieve verslag van de hertoetsing worden afgeleid, dat een aantal bij de eerste toetsing van geconstateerde tekortkomingen ten tijde van de hertoetsing door betrokkene waren verholpen. Tevens heeft hij verklaard dat hij nog meer oog zal hebben voor de vaktechnische inhoud van zijn werk. Tenslotte is meegewogen dat aan de jonge AA niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd en dat hij als betrekkelijk jonge accountant nog een kans verdient zijn accountantspraktijk op te bouwen. Een en ander overziende acht de Accountantskamer in deze klachtzaak het passend en geboden af te zien van een maatregel van (tijdelijke) doorhaling in het accountantsregister en te volstaan met de maatregel van berisping.
Oudere accountant doorhaling
Wat betreft de oudere AA rechtvaardigen de geconstateerde tekortkomingen volgens de Accountantskamer de maatregel van doorhaling in het accountantsregister. Deze AA heeft, naar het oordeel van de Accountantskamer, geen inzicht getoond in de beroepsmatige tekortkomingen van zijn eigen handelen en niet inhoudelijk gereageerd op de geconstateerde tekortkomingen. Tevens is niet gebleken dat de AA aan de verbeteringen naar aanleiding van de eerste toetsing heeft meegewerkt. De AA heeft ter zitting voorts verklaard niet te willen terugkeren als accountant en niet meer als beleidsbepaler in een accountantspraktijk te zullen gaan werken. Anderzijds is meegewogen dat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Een en ander overziend acht de Accountantskamer het in deze klachtzaak passend en geboden de maatregel van doorhaling in het accountantsregister te bevelen. De Accountantskamer bepaalt de termijn waarbinnen de accountant niet opnieuw in de registers kan worden ingeschreven op één jaar.