Berisping voor naïeve accountant

Een accountant had ongebruikelijke transacties in de paardenbranche moeten opmerken en moeten melden. Deze naïviteit leverde hem een berisping op. Van het moedwillig misleiden van de Belastingdienst is volgens de Accountantskamer echter niets gebleken.

Dat bleek dinsdag uit het vonnis van de tuchtrechter in Zwolle. Een BV kocht Iberische paarden (lusitano’s) van een eenmanszaak van een van de twee aandeelhouders van deze BV in oprichting. Volgens het Openbaar Ministerie een louter papieren exercitie: de dieren werden nooit geleverd en de aankoopsom werd niet betaald. Dit alles was opgetuigd om forse bedragen aan BTW terug te vorderen, zo meende het OM. De advocaat van de beklaagde accountant had bepleit dat het OM te laat is met haar klacht. De FIOD werkt onder de vleugels van het OM en die heeft al in juli 2012 de vermeende valsheid van de leenovereenkomst kunnen opmerken. Toen zou een medewerker van de Belastingdienst al onraad hebben geroken en dit de FIOD hebben gemeld. Voor een dergelijke klacht staat een termijn van drie jaar. De klacht van het OM kwam in september, dus enkele maanden te laat, binnen bij de tuchtrechter. Dit gaat niet op, stelt de tuchtrechter, omdat de Belastingdienst en de FIOD niet een en dezelfde organisatie zijn. Pas vanaf de start van het onderzoek van de FIOD, in mei 2013, is deze organisatie op de hoogte van het vermeend laakbare handelen. En daarmee ook de klager.

De accountant had acht moeten slaan op signalen die duiden op het indienen van onjuiste aangiften. Naarmate de aangiften omzetbelasting resulteren in hogere terug te geven bedragen, mag meer oplettendheid worden verwacht, aldus de Accountantskamer. En in deze zaak is de accountant hierin tekortgeschoten. Er waren voldoende aanwijzingen voor twijfel aan de aangiften. Zo voldeed de BV de nota’s niet en waren deze rekeningen afkomstig van een aan de BV gelieerde onderneming. Ook bleven kosten voor voer, de veearts en personeel achter terwijl de voorraad paarden in een jaar tijd verdubbelde. Dat er in de afgelopen jaren voldoende voer was opgebouwd, zoals de beklaagde stelde, is onvoldoende bewezen.

En dan waren er nog de facturen zelf. Van de accountant had “gevergd kunnen worden dat hij, voordat hij namens zijn cliënte overging tot indiening van de in geding zijnde aangiften omzetbelasting, (nader) onderzoek had verricht naar de juistheid van de facturen die daaraan ten grondslag lagen”, stelde de tuchtrechter. Ook deed de accountant geen Wwft-melding, iets dat hij volgens de tuchtrechter wel had moeten doen. Een overeenkomst van geldlening, door de accountant opgesteld, bleek zowel een verkeerde ondertekeningsdatum te hebben als de fout te bevatten dat er aan de BV een bedrag van 4 ton was verstrekt. Het OM heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat “betrokkene opzettelijk in de overeenkomst voormelde twee onjuistheden heeft opgenomen”, aldus de tuchtrechter.

• Zaaknr. 15/2041

Lees ook:

• Vals document ‘onder gezag van accountant’ opgemaakt

[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]

Gerelateerde artikelen