Belastingplan 2020: Wat kunt u verwachten?

Welke maatregelen kunt u verwachten in het Belastingplan 2020? Hoe passen die in uw fiscale koers? PwC zet ze op een rijtje.

Op dinsdag 17 september presenteert het kabinet zijn nieuwe plannen met fiscale maatregelen aan de Tweede Kamer. PwC zet de meest waarschijnlijke maatregelen en aankondigingen op een rij. 

Wat zijn de verwachtingen voor Prinsjesdag?
Het kabinet gaat verschillende EU-richtlijnen in de nationale wetgeving implementeren. Verder heeft het kabinet diverse maatregelen aangekondigd tegen belastingontwijking en grondslaguitholling en werkt het aan een vereenvoudiging van het belastingstelsel.

Op basis van berichtgeving vanuit het Ministerie van Financiën en de media hebben wij hieronder een selectie samengesteld van de belangrijkste voorstellen die wij verwachten.

  • Geleidelijke verlaging zelfstandigenaftrek van EUR 7.280 naar EUR 5.000
  • Vrije ruimte werkkostenregeling: Voor de eerste € 400.000 van de loonsom wordt het werkkostenbudget verhoogd naar 1,7 procent. Voor het resterende bedrag van de loonsom geldt nog steeds het werkkostenforfait van 1,2 procent.
  • Regeling voor beperking van belastingrente vennootschapsbelasting
    Momenteel doet het ministerie van Financiën onderzoek naar de mogelijkheid om ongewenste belastingrente in de vennootschapsbelasting in voorkomende gevallen te laten vervallen. Mogelijk wordt een maatregel naar aanleiding van dit onderzoek onderdeel van het Belastingplan 2020.
  • Verlaagd btw-tarief voor elektronische uitgaven: Door een nieuwe mogelijkheid in de EU-richtlijn wordt het Nederlandse verlaagde btw-tarief van 9% van toepassing op het langs elektronische weg leveren of uitlenen van e-uitgaven.
  • Implementatiewetsvoorstel btw-richtlijn e-commerce: Implementatie van de EU-richtlijn ter vereenvoudiging van de btw-regels voor e-commerce. 
  • Aanpassing verlaging toptarief vennootschapsbelasting: in het Belastingplan 2019 is opgenomen dat het vennootschapsbelastingtarief voor winsten boven 200.000 euro in stappen omlaag zou gaan naar 22,55 procent in 2020 en 20,5 procent in 2021. Mogelijk wordt het toptarief echter pas per 2021 aangepast en blijft de daling steken op 21,7 procent. De daling van het tarief voor de eerste 200.000 euro winst blijft ongemoeid (van 19 procent in 2019 naar 16,5 procent in 2020 en 15 procent in 2021).
  • Antimisbruikbepaling over uiteindelijk gerechtigden in dividendbelasting en vennootschapsbelasting: Wanneer opbrengsten (zoals dividend of rente) via een tussenschakel terechtkomen bij de uiteindelijk gerechtigden moet voor de fiscale behandeling niet (alleen) naar de tussenschakel worden gekeken.
  • Wetsvoorstel conditionele bronbelasting op rente en royalty’s naar laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties: Een conditionele bronbelasting op uitgaande rente- en royaltybetalingen naar landen met een laag winstbelastingtarief, landen op de EU-non-coöperatieve lijst en in misbruiksituaties. 
  • Wetsvoorstel openbaarmaking vergrijpboeten: Vergrijpboeten die zijn opgelegd aan juridische beroepsbeoefenaars en adviseurs voor een beboetbaar feit worden openbaar gepubliceerd.
  • Wet excessief lenen bij eigen vennootschap: Aanmerkelijkbelanghouders (ab-houders) die bovenmatig geld lenen bij hun eigen vennootschap moeten vanaf 2022 belasting betalen over leningen die uitstijgen boven de 500.000 euro. Eigenwoningschulden vallen hier niet onder.

(Bron: PwC)

Gerelateerde artikelen