Belastingplan 2018

Het kabinet Rutte II heeft vandaag het Belastingplan 2018 gepresenteerd. “Door een optelsom van onder meer jurisprudentie, Europese regelgeving en eerder aangekondigde maatregelen, is dit beleidsarme pakket Belastingplan 2018 toch nog een heel pakket geworden,” aldus het kabinet.

Koopkracht

Om tot een in de ogen van het kabinet evenwichtig koopkrachtbeeld te komen heeft het kabinet besloten om in 2018, net als de afgelopen jaren, maatregelen te treffen om de koopkracht van de Nederlandse huishoudens te verbeteren. Hierbij heeft het kabinet zijn demissionaire status in acht genomen. Uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden dreigden er volgens de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) op achteruit te gaan. Verder bleef de koopkrachtstijging van de huishoudens met de laagste inkomens volgens de genoemde ramingen achter bij de koopkracht van huishoudens met hoge inkomens.

Het kabinet treft daarom maatregelen om de koopkracht van de groepen die achter dreigden te blijven, te repareren. Het koopkrachtpakket bevat zowel intensiveringen in de uitgaven als lastenmaatregelen. Fiscale maatregelen in het koopkrachtpakket zijn de verhoging (na indexatie) van de ouderenkorting met € 115 (€ 187 miljoen) en ter dekking van het pakket een verlaging (na indexatie) van de algemene heffingskorting en de alleenstaande ouderenkorting met respectievelijk € 8 en € 19 (€ 75 miljoen en € 20 miljoen). Naast de opgenomen maatregelen in het pakket Belastingplan 2018 bevat het koopkrachtpakket een verhoging van de zorgtoeslag, temporisering van de verlaging van de bijstand, een verhoging van het kindgebonden budget en een verlaging van de inkomensondersteuning AOW. Met deze maatregelen wordt de koopkracht van Nederlandse huishoudens versterkt. Met name de koopkracht van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden wordt versterkt, zodat elke groep er in doorsnee op vooruitgaat in 2018.

Aanpak ontwijking en misbruik

De aanpak van belastingontwijking en -ontduiking vraagt om voortdurende aandacht. Ook het pakket Belastingplan 2018 bevat daarom weer voorstellen die passen in het kabinetsbeleid van de afgelopen jaren om belastingontwijking actief en in internationale samenwerking aan te pakken. Daarnaast stelt het kabinet een aantal specifieke antimisbruikmaatregelen voor.

Het kabinet wil de zogenoemde inkeerregeling volledig afschaffen. Dit betekent dat belastingplichtigen die vermogen of inkomen verzwijgen, niet meer wegkomen zonder vergrijpboete, ook al geven ze het binnen twee jaar alsnog aan. Daarnaast worden maatregelen genomen tegen de mogelijkheid tot estateplanning via de huwelijkse voorwaarden. Verder wil het kabinet er een einde aan maken dat het aantekenen van verzet automatisch een schorsende werking heeft in fiscale zaken. Dit om onnodig hoge kosten voor de Belastingdienst te voorkomen en oneigenlijk gebruik te bestrijden.

Samenstelling pakket Belastingplan 2018

Het pakket Belastingplan bestaat ook dit jaar uit verschillende wetsvoorstellen. In het wetsvoorstel Belastingplan 2018 zijn maatregelen opgenomen die per 1 januari 2018 budgettair effect hebben, zoals maatregelen die raken aan de koopkracht van burgers. De andere wetsvoorstellen uit het pakket Belastingplan 2018 zijn het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 (OFM 2018), het wetsvoorstel Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling en het wetsvoorstel Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling.

In het wetsvoorstel OFM 2018 zijn maatregelen opgenomen ten behoeve van het noodzakelijke onderhoud van het fiscale stelsel en andere maatregelen die meer technisch van aard zijn of die geen budgettaire gevolgen hebben.

Het wetsvoorstel Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling betreft een maatregel die is genoemd als een beleidswijziging in de begroting van het Ministerie van Economische Zaken in 2016. In deze begroting wordt verwezen naar het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Agro-, visserij-, en voedselketens waaruit blijkt dat deze regeling onvoldoende bijdraagt aan de beleidsdoelen.

Het wetsvoorstel Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling bevat maatregelen die zowel een aanscherping als een versoepeling in de dividendbelasting inhouden. Dividendbelasting wordt geheven van, kort gezegd, degenen die gerechtigd zijn tot de opbrengst van aandelen in, winstbewijzen van en hybride leningen aan – met name – in Nederland gevestigde naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen. De groep belastingplichtigen wordt uitgebreid met gerechtigden tot de opbrengst uit hoofde van kwalificerende lidmaatschapsrechten in in Nederland gevestigde houdstercoöperaties. Daarnaast kent de dividendbelasting een inhoudingsvrijstelling in deelnemingsverhoudingen. Kort gezegd mag in nationale verhoudingen inhouding van dividendbelasting achterwege blijven in deelnemingsrelaties waarbinnen dividenden bij de ontvanger onder de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting vallen. De inhoudingsvrijstelling geldt ook voor situaties binnen de Europese Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte (EER). Voorgesteld wordt de inhoudingsvrijstelling uit te breiden richting derde landen waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten dat voorziet in een dividendbepaling. Deze uitbreiding van de inhoudingsvrijstelling gaat gepaard met een wijziging en tegelijkertijd aanscherping van de huidige nationale antimisbruikbepalingen in de dividend- en vennootschapsbelasting.

Belastingplan 2018

 

 

 

 

Gerelateerde artikelen