Belastinginspecteur riskeert dwangsom door proceshouding

Bij het uitblijven van een uitspraak op bezwaar kan een belastinginspecteur een dwangsom ontvangen die oploopt tot € 15.000. Rechtbank Gelderland heeft hierover geoordeeld.

Een particulier heeft op 1 april 2014 bezwaar gemaakt tegen een WOZ-beschikking. Bij brief van 12 februari 2015 heeft de particulier de belastinginspecteur in gebreke gesteld en verzocht om een dwangsom wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar.

Op 25 februari 2015 heeft de particulier een concept-uitspraak ontvangen, waarop de particulier heeft medegedeeld dat zij gehoord wil worden voordat definitief uitspraak op bezwaar wordt gedaan. Dat (telefonische) hoorgesprek heeft ook plaatsgevonden.

De particulier heeft bij faxbericht van 26 mei 2015 een eerste keer beroep ingesteld tegen het uitblijven van een uitspraak op bezwaar. De belastinginspecteur heeft naar aanleiding hiervan geen verweerschrift ingediend, geen stukken overgelegd en is ook niet op de zitting verschenen.

Bij uitspraak van 23 februari 2016 heeft Rechtbank Gelderland het beroep gegrond verklaard, verbeurde de belasinginspecteur een dwangsom van € 1.260 en is hem opgedragen om binnen zes weken alsnog een uitspraak op bezwaar bekend te maken.

De belastinginspecteur deed binnen deze termijn echter wederom geen uitspraak op bezwaar, waarop de particulier voor de tweede keer beroep heeft ingesteld.

De rechtbank oordeelt thans op de voet van artikel 8:55d, lid 1, Awb dat de belastinginspecteur binnen twee weken alsnog een uitspraak op bezwaar bekend dient te maken. Tevens heeft de Rechtbank op de voet van het derde lid van dat artikel aan haar uitspraak een nadere dwangsom verbonden van € 200 voor iedere dag dat de belastinginspecteur in gebreke blijft deze uitspraak na te leven met een maximum van € 15.000. Bij de bepaling van de hoogte van deze nadere dwangsom is rekening gehouden met de proceshouding van de belastinginspecteur.

(Bron: Fiscanet) 

Gerelateerde artikelen