Belastinginspecteur maakt voorgestane waarde verhuurde panden aannemelijk

Een echtpaar bezit enkele verhuurde panden. In geschil is of de belastinginspecteur de waarde van deze panden op de peildata 1 januari 2008 en 31 december 2008 juist heeft vastgesteld voor de bepaling van het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen.

De belastinginspecteur is afgeweken van de aangifte IB/PVV 2008 van de echtgenoot omdat – zo stelt hij – de aangegeven waarde van de panden niet de waarde in het economische verkeer vertegenwoordigt. Gerechtshof Den Bosch verwerpt het standpunt van de echtgenoot dat de belastinginspecteur illegaal handelt door zogenoemde zichttaxaties te verrichten. Zichttaxaties vinden – naar het gerechtshof begrijpt – plaats vanaf de openbare weg. Daarvoor is geen toestemming nodig. In zoverre is geen sprake van een ‘illegale’ taxatie. Voorts staat het de belastinginspecteur ook vrij om taxatierapporten in te brengen zonder dat daaraan een inpandige opname ten grondslag ligt.

Het gerechtshof komt tot het oordeel dat de Inspecteur met al hetgeen hij heeft aangevoerd, daaronder begrepen taxatierapporten en een beoordeling daarvan door een specialist waardeonderzoek bij de Belastingdienst, de door hem voorgestane waarden aannemelijk heeft gemaakt.

Het beroep van de echtgenoot op het vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel wordt door het gerechtshof verworpen.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen