Belastinginkomsten spekken overheidskas
Het overheidstekort kwam over het eerste kwartaal van 2016 plus de drie voorafgaande kwartalen uit op 1,6 procent van het bbp. Voor hele kalenderjaren hanteert de Europese Unie als norm dat het tekort niet hoger mag zijn dan 3 procent van het bbp. Over heel 2015 bedroeg het overheidstekort 1,9 procent.
De overheidsschuld kwam aan het einde van het eerste kwartaal van 2016 uit op 442 miljard euro. Dit is nagenoeg gelijk aan de stand van de overheidsschuld aan het einde van 2015. Doordat het bbp in het eerste kwartaal steeg, nam de schuldquote met 0,3 procentpunt af tot 64,8 procent van het bbp. Hiermee daalt de schuldquote verder richting de Europese norm van 60 procent van het bbp.
Meer inkomsten overheid in eerste kwartaal
De inkomsten van de overheid kwamen op jaarbasis uit op 294 miljard euro. Dit is ruim 1 miljard euro meer dan de inkomsten in 2015. Er waren vooral meer inkomsten uit vennootschapsbelasting, btw en sociale premies, in totaal ging het om 3 miljard euro. De niet-belastinginkomsten daalden met 2 miljard euro. Dit komt vooral doordat er minder inkomsten waren uit aardgas.
Belasting- en premiedruk gestegen
Door de toegenomen inkomsten uit belastingen en premies is de belasting- en premiedruk, gemeten als percentage van het bbp, gestegen. De belasting- en premiedruk nam de afgelopen jaren gestaag toe. Sinds 2014 is deze hoger dan 37 procent. In 2004 was de belasting- en premiedruk nog 34,5 procent.
De uitgaven bleven met 305 miljard euro vrijwel gelijk vergeleken met 2015. De overheid gaf minder uit aan goederen en diensten en investeerde ook minder dan in het zelfde kwartaal van vorig jaar. Tevens daalden ook de rentelasten en hoefde Nederland minder af te dragen aan de Europese Unie. De beloningen en uitkeringen stegen nog wel in het eerste kwartaal van 2016.