‘Belastingdienst stuurde gespreksverslag te snel naar Zwitserse fiscus’
Een vrouw leent geld aan haar broer in Zwitserland. De Belastingdienst vraagt om specificaties en nodigt haar uit voor een gesprek. De vrouw ontvangt een gespreksverslag met het verzoek deze te ondertekenen en terug te sturen. Zonder haar reactie af te wachten stuurt de Belastingdienst het verslag naar de Zwitserse Belastingdienst. De Nationale ombudsman vindt dat de Belastingdienst de reactie en het verstrijken van het reactietermijn had moeten afwachten.
De Belastingdienst heeft zonder de (slot)reactie van verzoekster af te wachten een Duitse vertaling van het gespreksverslag en een in het Duits opgestelde begeleidende brief naar de Zwitserse Belastingdienst gestuurd. Verzoekster vindt dit niet correct. De Nationale ombudsman oordeelt dat door verzoekster in de gelegenheid te stellen om een (slot)reactie te geven, bij verzoekster de gerechtvaardigde verwachting is gewekt, dat haar (slot)reactie wordt meegenomen in de reactie naar de Zwitserse Belastingdienst. Het past daarbij niet om voor het verstrijken van de reactietermijn en zonder dat de reactie was ontvangen de informatie aan de Zwitserse Belastingdienst te sturen.
De klacht over de onderzochte gedraging is gegrond wegens schending van het vereiste van fair play.
Tijdens het onderzoek bestond onduidelijkheid over de kwalificatie van een vermogensbestanddeel. De Belastingdienst heeft hierover thans expliciet een standpunt ingenomen. De Nationale ombudsman merkt hierover op dat daarmee de door verzoekster gewenste eenduidigheid is gegeven.
De Belastingdienst heeft zonder de (slot)reactie van verzoekster af te wachten een Duitse vertaling van het gespreksverslag en een in het Duits opgestelde begeleidende brief naar de Zwitserse Belastingdienst gestuurd. Verzoekster vindt dit niet correct. De Nationale ombudsman oordeelt dat door verzoekster in de gelegenheid te stellen om een (slot)reactie te geven, bij verzoekster de gerechtvaardigde verwachting is gewekt, dat haar (slot)reactie wordt meegenomen in de reactie naar de Zwitserse Belastingdienst. Het past daarbij niet om voor het verstrijken van de reactietermijn en zonder dat de reactie was ontvangen de informatie aan de Zwitserse Belastingdienst te sturen.
De klacht over de onderzochte gedraging is gegrond wegens schending van het vereiste van fair play.
Tijdens het onderzoek bestond onduidelijkheid over de kwalificatie van een vermogensbestanddeel. De Belastingdienst heeft hierover thans expliciet een standpunt ingenomen. De Nationale ombudsman merkt hierover op dat daarmee de door verzoekster gewenste eenduidigheid is gegeven.