Belastingdienst mocht bij controle rittenregistratie gebruik maken van ANPR-data politie

Volgens Advocaat-Generaal Niessen mocht de Belastingdienst bij de controle van een rittenregistratie van een auto van de zaak gebruik maken van informatie die met behulp van ANPR-camera's van de politie is verkregen.

Aan X is door zijn werkgever een auto ter beschikking gesteld. Hij beschikt over een Verklaring geen privégebruik auto. X heeft op verzoek van de Inspecteur zijn zakagenda overgelegd met daarin een rittenadministratie van de auto.

De Inspecteur heeft de rittenadministratie vergeleken met (foto)camerabeelden afkomstig van camera’s van het KLPD met Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-technologie. Hij concludeert daaruit dat de rittenadministratie niet volledig is en dat X niet heeft aangetoond dat hij minder dan 500 kilometer privé heeft gereden.

In geschil is of de Inspecteur in verband met de controle van de rittenregistratie van de auto van de zaak gebruik mocht maken van de informatie die met behulp van de ANPR-camera’s van de Politie is vergaard.

De Belastingdienst heeft de betreffende gegevens niet zelfstandig verzameld.
Hof Den Bosch heeft de werkwijze van de Belastingdienst getoetst aan artikel 55 AWR en is tot het oordeel gekomen dat de verkrijging van de ANPR-data door de Belastingdienst toelaatbaar is.

De verwerkte cameragegevens worden aan de hand van een aantal fiscale controledoelen geselecteerd. De niet-relevante gegevens worden direct vernietigd. De bewaringstermijn van zeven jaar voor de wel relevante gegevens levert niet een strijdigheid met artikel 8 EVRM op, aldus het Hof.

X heeft cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof maar volgens A-G Niessen is dat ongegrond.

Het Hof is volgens de A-G niet buiten de rechtsstrijd getreden door de wijze waarop de gegevens door de Belastingdienst zijn verzameld te toetsen aan artikel 55 AWR, en niet aan de artikelen 11 en 20 AWR.

Het Hof heeft de vraag, of de verkrijging van de ANPR-data door de Belastingdienst ex artikel 55 AWR ontoelaatbaar moet worden geacht, voorts terecht ontkennend beantwoord.

De A-G verwijst in deze conclusie naar een gemeenschappelijke bijlage (ECLI:NL:PHR:2016:885).

In de bijlage wordt een onderscheid gemaakt tussen de gegevensverwerking door de Belastingdienst enerzijds en die door de Politie anderzijds.

(Bron: Fiscanet)

Gerelateerde artikelen