Belastingadviseurs berispt voor niet melden mogelijk belangenconflict
Zij hebben een nu 72-jarige melkveehoudster begeleid hebben bij het overdragen van haar zaak aan een van haar zonen. Zij zijn in hun zorgplicht te kort geschoten, waardoor de moeder op het verkeerde been is gezet bij het bepalen van de overnamesom.
Drie accountants van hetzelfde kantoor zijn aangeklaagd bij de Accountantskamer, die de zaak begin juni behandelde en naar verwachting over enkele weken uitspraak doet. De klacht tegen hen gaat over de wijze van samenstellen van jaarrekeningen van de VOF.
De moeder dreef de melkveehouderij na de dood van haar man in 2008 aanvankelijk alleen, maar is later een vennootschap onder firma aangegaan met de zoon, een van haar zeven kinderen. Hij introduceerde haar bij het accountantskantoor waar hij al jaren klant was. In 2015 startten de besprekingen die zouden moeten leiden tot de verkoop van het bedrijf aan hem. Daarbij was het voor moeder van belang dat de overname onder redelijke voorwaarden moest plaatsvinden, zodat zij de andere kinderen ‘recht in de ogen aan zou kunnen kijken’.
Moeder zette in juni 2016 haar handtekening aan de keukentafel, niet wetende dat de overeengekomen prijs tonnen te laag was. De rechtbank in Rotterdam heeft in mei jl geoordeeld dat moeder zich terecht beroept op dwaling en de overeenkomst mocht ontbinden. Ze wist niet dat de overnamesom niet conform de firma-akte was vastgesteld, maar uit de koker van zoon kwam. Bij het bepalen van de overnamesom zijn de adviseurs op verzoek van de zoon uitgegaan van de verpachte waarde van 37,5 procent, terwijl volgens het accountantskantoor 50 procent reëler was geweest.
De belastingadviseurs hadden uitdrukkelijk aan de orde moeten stellen dat er mogelijk een belangenconflict speelde, stelt de Raad van Beroep in navolging van de Raad van Tucht voor belastingadviseurs. Daarbij wordt gewezen op de kennisachterstand die moeder heeft met alleen huishoudschool als opleiding. Terwijl haar zoon op een agrarisch makelaarskantoor heeft gewerkt en ook als freelance makelaar heeft gewerkt. Van een ‘evident rechtens onjuiste advisering’, is geen sprake geweest, oordeelde de Raad van Tucht in eerste aanleg al, maar wel hadden ze de opdracht van een van de partijen, moeder of zoon, moeten neerleggen. Het wordt ze ook kwalijk genomen dat ze besprekingsverslagen die zijn gemaakt, niet aan de partijen hebben toegezonden, zodat moeder ze met haar andere kinderen kon bespreken.
Auteur: Petra van Walraven/Juridisch Persbureau Zwolle