Belastingaangifte misgelopen door te relaxte accountant
Zaaknr. 20/2449
Een adviesbureau had haast met de belastingaangifte maar ondanks aanmaningen verzaakte haar accountant. “Maar afspraken die er niet zijn, kun je niet nakomen.''
Het bureau verwachte een grote belastingteruggave en wilde dat de aangifte voor 1 april 2019 verzorgd was. Toen dat niet gehaald werd, verschoof de deadline eerst naar 1 juli en later naar 1 september. Omdat er 'niets gebeurde', schakelde het bureau uiteindelijk maar een andere accountant in om de aangiftes nog enigszins op tijd te verzorgen. Maar op papier stonden die deadlines niet. Sterker nog: de accountant kan zich geen van die gestelde deadlines herinneren. In de Accountantskamer stonden beide partijen tegenover elkaar en dat ging er soms fel aan toe. “Als meneer die woorden niet terugneemt, tref ik maatregelen.''
De kwestie
De klager verwachte over het boekjaar 2018 enkele tienduizenden euro's terug te krijgen van de Belastingdienst. En daarom was het haast met het indienen van de cijfers, zei advocaat Janet Borgdorff. Daarom maande ze hun Drentse accountant tot haast. Uiteindelijk werd de deadline de zomervakantie. Maar het leek of de accountant er veel minder haast mee had.
Op 18 juli wordt daarom in een mail nog aangedrongen op haast. Een dag later mailt de accountant dat hij nog een factuur mist. Daarna gaat de beklaagde kennelijk op vakantie. En als er op 6 augustus een bespreking gepland wordt, blijkt de accountant dat hij er 'door omstandigheden niet aan toe is gekomen', zegt de raadsvrouw. “De accountant heeft niet nauwgezet, grondig en tijdig werk verricht.''
De beklaagde gaf volgens haar aan dat hij bereid was de verslagen af te maken 'zodra hij over de ontbrekende stukken beschikte'. Daarmee probeert hij volgens haar de schuld in de schoenen van de klager te schuiven. “Hij had alle stukken. Met het vragen op stukken probeerde hij alleen tijd te winnen.'' Vervolgens ontstond er een jaar later discussie over de factuur. Een urenspecificatie bleef achterwege, ook na herhaald aandringen. Als het accountantskantoor dreigt met een extra factuur bij uitblijvende betaling, stapt de klager naar de Accountantskamer. Het kantoor van de beklaagde maakt de stap naar een incassobureau.
Met het verweerschrift voelde ook de advocaat zich persoonlijk aangevallen. Zij en klager wisselden facturen uit omdat hun kantoren nauw samenwerken. Volgens de accountant stond soms de factuur wel in haar administratie maar niet in die van klager. “Als u die passage niet schrapt, neem ik maatregelen'', dreigde ze. Volgens de accountant spreekt de klager over deadlines die nooit zijn afgesproken. “Ik zie daar geen bewijs van.'' Hij had een A4-tje van punten die hij nog door wilde nemen met de klager voordat hij met een concept zou komen. Toen mailde de klager dat hij toch vast het concept wilde hebben. “Op bankafschriften die we niet hadden stonden ook kosten, maar waarvoor waren die?''
Met al die onduidelijkheden mocht hij niet eens een concept opstellen. Daarna ontstond onduidelijkheid over het wel of niet opsturen van die lijst met vragen. “Als we de zaken niet compleet hebben, moeten we wachten. Er was geen deadline afgesproken, ook voorgaande jaren niet'', zei de beklaagde. Toch mailde de accountant dat hij de vragenlijst zou sturen, en hij deed dat vervolgens niet. Volgens hem kreeg hij vier minuten na de mail met de vraag die lijst te sturen een tweede mail van klager. ,,Kijk maar hoe ver je komt en maak een concept'', las de beklaagde voor. “Dus mijn conclusie was toen: dan hoef ik die lijst niet op te sturen.''
De tuchtrechter doet binnen vijftien weken uitspraak.