BDO: Verandercapaciteit woningcorporaties ondermaats
Dat concludeert BDO Accountants & Adviseurs op basis van onderzoek naar de verandercapaciteit van Nederlandse woningcorporaties. Aan het onderzoek namen 65 corporaties deel. BDO voerde het onderzoek uit samen met prof. dr. Anton Cozijnsen, emeritus hoogleraar Verandermanagement aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het is voor het eerst dat op systematische wijze onderzoek is gedaan naar de verandercapaciteit van Nederlandse woningcorporaties.
Gebrek aan ‘change leadership’
“Woningcorporaties zijn continu in transitie, maar nog niet flexibel genoeg,” aldus Erik Schijvens, partner bij BDO Advisory en veranderdeskundige. Uit het onderzoek blijkt dat veel corporaties hun financiële ratio’s hebben versterkt, zakelijker werken en handen en voeten geven aan nieuwe regelgeving. “Maar de ontwikkelingen in de samenleving gaan door,” legt Schijvens uit. “De overheid stelt dat de sector te rijk is en de legitimiteit ligt onder het vergrootglas in het publieke debat. Kortom, zowel politiek als publiek stellen continu eisen. Verandering is de nieuwe realiteit.”
Vooral het gebrek aan ‘change leadership’ in de corporatiesector baart Schijvens en zijn collega’s zorgen. Uit het onderzoek van BDO blijkt dat bestuurders en managers het moeilijk vinden om hun visieplannen snel concreet te maken en te vertalen naar heldere doelen en praktische acties; te veel communicatie vindt nog steeds plaats in grote, abstracte begrippen. Dat leidt tot onbegrip en weerstand bij bewoners, medewerkers en stakeholders, wat cultuurverandering juist bemoeilijkt. “Een cultuur die nieuwe ideeën snel omarmt en vertaalt naar actie is cruciaal voor effectieve verandering,” aldus Schijvens.
Grootstedelijke corporaties wijken af
Corporaties in de G4-steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) wijken op meerdere vlakken af van de kleinere corporaties elders in het land. Zo weet gemiddeld maar liefst 71% van alle corporaties de veranderurgentie op een geloofwaardige manier in de organisatie duidelijk te maken, terwijl dat onder grootstedelijke corporaties slechts 20% is. Met 27% scoren zij gemiddeld ook het laagst op verandercapaciteit. Grootstedelijke corporaties zijn wel relatief goed in verbinden: medewerkers worden op alle niveaus binnen de organisatie voldoende bij veranderingen betrokken.
“Het is niet gek dat grootstedelijke corporaties relatief veel moeite met verandering hebben,” aldus Schijvens. “Door hun grotere omvang lopen er vaker meerdere programma’s naast elkaar en hebben zij te maken met meerdere afdelingen en langere ‘lijnen’. Daardoor is het moeilijker om best practices organisatiebreed te borgen en te delen.” G4-corporaties worstelen ook meer met complexe grootstedelijke vraagstukken en het grote aantal samenwerkingspartijen.
Eerste veranderstappen
Woningcorporaties in middelgrote gemeenten (exclusief krimpgebieden) scoren met hun verandercapaciteit vrijwel gemiddeld en ervaren over het algemeen minder risico’s dan corporaties in de G4-steden. Corporaties in kleinere gemeenten worstelen vooral met de eerste veranderstappen, zoals het verankeren van nieuw gedrag. Daardoor komt verandering bij hen vaak niet op gang. In krimpgebieden hebben corporaties een opvallend hoge verandercapaciteit van 62% (15 procentpunt boven het landelijk gemiddelde). Zij moeten vooral investeren in leiderschap om de grote uitdagingen aan te kunnen.