Balans opmaken en goede voornemens

De dagen worden korter en voor velen breekt een tijd aan om na te denken over alles wat er het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden. Anekdotes worden opgehaald met een drankje bij de openhaard en goede voornemens voor het nieuwe jaar worden bedacht.

Ik ben in de zomer van dit jaar in dienst getreden bij V&A en heb na een periode van ruim 20 jaar werkzaam te zijn geweest in de accountancy gekozen voor een functie als consultant en trainer. Nu enkele maanden verder leek het mij goed eens de tijd te nemen om voor mezelf die balans op te maken en mijn conclusie in deze blog weer te geven. Uiteraard achter mijn bureau en niet met een drankje bij de openhaard.

In de afgelopen maanden heb ik diverse kantoren bezocht in het kader van ondersteuning bij de compliance werkzaamheden. Daarnaast heb ik een aantal trainingen gegeven en WWFT-casussen behandeld. Wat mij (positief) opvalt, is dat diverse kantoren voldoende tot veel aandacht hebben voor permanente educatie. Er zijn jaarplannen voor permanente educatie aanwezig waarin een beschrijving wordt gegeven van de cursussen. In alle situaties is voorzien in de verplichte onderwerpen die de NBA heeft benoemd.

In navolging van de woorden van een oud-voorzitter van NBA “Het moet beter!” is door de NBA voor 2014 /2015 de cursus “Zeg wat je ziet” als verplicht onderwerp in het kader van permanente educatie opgenomen. Ook voor het jaar 2017 is er weer een verplicht onderwerp door de NBA aangewezen, te weten het onderwerp “Frauderisicofactoren (inclusief corruptie)”.

Accountantskantoren houden bij hun jaarplannen rekening met deze verplichte onderwerpen. Maar wat mij opvalt is dat het onderwerp WWFT vaak niet op de agenda staat, het is een soort “vergeten” onderwerp, een blinde vlek. En dat is opmerkelijk als je bedenkt dat er in de WWFT in artikel 35 het volgende is opgenomen:
“Een instelling draagt er zorg voor dat haar werknemers, voor zover relevant voor de uitoefening van hun taken, bekend zijn met de bepalingen van deze wet en periodiek opleidingen genieten die hen in staat stellen een ongebruikelijke transactie te herkennen en een cliëntenonderzoek goed en volledig uit te voeren.”

De NBA hoeft een dergelijk onderwerp dus ook niet verplicht te stellen; dit is feitelijk al opgenomen in de WWFT zelf. Vragen die deze definitie overigens oproept, zijn:

  • Wat is periodiek?
  • Wat is goed en volledig?

Het voert voor deze blog te ver hierop in detail in te gaan maar een eerste quick win zou wel zijn om het onderwerp WWFT in de jaarplannen 2017 alsnog op te nemen. Naar mijn mening wordt de WWFT daarbij onterecht nog al eens bestempeld als saai onderwerp, terwijl de WWFT als onderwerp het in de media juist goed lijkt te doen. Denk hierbij onder andere aan de Panama Papers van afgelopen voorjaar of een recentelijk bericht in de krant over een ambulance waarin € 2 miljoen in het dak zat verstopt. Dergelijke berichtgeving houdt een onderwerp als de WWFT levendig en is leuk om te lezen waarna we vervolgens allemaal weer over gaan tot de orde van de dag: het echte cliëntenwerk! Maar wat als ineens blijkt dat de klant die in de media verschijnt een klant van ons blijkt te zijn? Dan komt de WWFT ineens heel dichtbij en is het aanmerkelijk minder saai dan aanvankelijk werd geoordeeld. 

Er worden steeds vaker pittige discussies gevoerd of de accountant een transactie wel had moeten zien en extern had moeten melden. Tevens kan de vraag opkomen of de opdracht wel gecontinueerd kan worden. Ook de al dan niet aangekondigde invallen door bijvoorbeeld een BFT (gericht op het vaststellen van naleving van de WWFT) maken van de WWFT een “minder saai” onderwerp. Een dergelijk onderzoek heeft vaak grote impact op het personeel van de accountantsorganisatie, zowel op het moment van de inval als in het vervolgtraject. Een gedegen cliëntonderzoek moet kunnen worden aangetoond en de overwegingen voor het al of niet extern melden van de onderzochte transactie moet worden vastgelegd op een zodanige wijze dat de transactie reconstrueerbaar is. En in feite hebben we dan weer te maken met de documentatievereisten zoals opgenomen in de NV COS (NV COS 230 controledocumentatie of, voor samenstellingsopdrachten, NV COS 4410.23). En zo is de WWFT onlosmakelijk verbonden met de dagelijkse werkzaamheden van de accountant: het echte cliëntenwerk! Het mooiste is natuurlijk wanneer de toepassing van kennis omtrent de WWFT in een training tot uitdrukking komt in de behandeling van concrete, dagelijkse cases. Dan is een dergelijk onderwerp ook daadwerkelijk ingebed in de dagelijkse werk- en denkprocessen! Dan kan gerichte kennisdeling plaatsvinden binnen je kantoor, en zullen Wwft-relevante situaties (transacties in hun context) veel sneller herkend gaan worden.

Uit het jaarverslag van BFT blijkt dat BFT een groot deel van zijn onderzoekscapaciteit aan de bijzondere onderzoeken besteedt: onderzoeken waarbij de verkregen informatie uit de samenwerkingsverbanden en convenanten de basis vormt voor de WWFT risico-analyse die het BFT uitvoert. Indien naar aanleiding van een onderzoek wordt geconstateerd dat een of meer normschendingen van de WWFT hebben plaatsgevonden, dan kunnen sancties worden opgelegd zoals bijvoorbeeld schriftelijke waarschuwingen, bestuurlijke boetes, lasten onder dwangsom, aanwijzingen en/of zelfs tuchtklachten tegen de betrokken accountant. Zowel de accountantsorganisatie als de individuele accountant kunnen door een dergelijke sanctie geraakt worden.

Ik sluit deze blog dan ook graag af met de tip om vooral de komende periode de balans eens op te maken en na te gaan of de WWFT voldoende aandacht krijgt binnen de eigen accountantsorganisatie. Al was het maar om te voorkomen dat een toezichthouder tijdens een WWFT-controle vraagt naar de opleidingsplannen en een eerste “inkopper” kan plaatsen. En tegen het einde van het jaar is het toch veel leuker om de medewerkers een “ouderwets” kerstgeschenk weg te geven dan een brief met de aankondiging van een tuchtzaak.

[Drs. Jaschenka van Hout RA, V&A accountants-adviseurs]