Arbeidsmarkt gaat op de schop
Als iemand langere tijd hetzelfde werk doet, wordt een contract het uitgangspunt: het nulurencontract wordt verboden en oproepkrachten krijgen een vast aantal uren in de week. Ook worden de regels voor tijdelijke contracten strenger. Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten, mag pas na vijf jaar weer een contract worden gegeven. Nu is dat nog zes maanden. Ook moeten zelfstandigen verplicht een verzekering voor arbeidsongeschiktheid afsluiten.
Voor ondernemers worden de regels ook aangepast. Zo kunnen zij na een jaar ziekte van een werknemer duidelijkheid krijgen of ze structurele vervanging kunnen regelen. Ook komt er een regeling waarmee personeel behouden kan worden in het geval van crisis dat buiten het ondernemersrisico valt, zoals met corona. Werknemers kunnen dan maximaal een half jaar op een andere plek werken, of minder werken. Wel behouden zij hun WW-rechten.
Om tegen te gaan dat werkgevers hun toevlucht nemen tot zzp-constructies, om te voorkomen dat zij mensen in vaste dienst moeten nemen, wil Van Gennip "op korte termijn" de handhaving op zogeheten schijnzelfstandigheid verbeteren. Nu worden alleen schrijnende gevallen aangepakt, straks moet de Belastingdienst bij alle opdrachtgevers controleren of zij terecht mensen als zzp'er inzetten.
Van Gennip wil de voorstellen deze zomer uitwerken zodat ze voorjaar 2024 naar de Tweede Kamer kunnen. Op z’n vroegst wordt nieuwe wetgeving dan in 2025 van kracht.