‘Ander rapport, zelfde tuchtzaak’

Een accountant die al in het register voor een maand was doorgehaald moest zich opnieuw verantwoorden in hetzelfde dossier.

20/155

Eerdere Zaak: 19/1398

Het verslag: Accountantsrapport leidt tot claim van zeven miljoen

De betrokken accountant stelde in 2017 in opdracht van de provincie Gelderland een rapport op waarin hij zijn visie gaf op een waardering van de onderneming Willemsen-de Koning BV. Gelderland had 3,4 miljoen euro aan voorschotten tegoed van dit taxivervoersbedrijf dat telkens weigerde te betalen. Het bedrijf zat plots middenin een herstructurering waarvan de provincie vermoedde dat zo gelden wilden weggesluisd. Het provinciebestuur wilde weten of het vermogen van de rechtsopvolger van Willemsen-de Koning afdoende was om deze vordering te betalen. Met dit rapport uit 2017 en die uit 2019 in de hand legde de provincie uiteindelijk een claim van 7 miljoen euro in privé neer bij de eigenaar van het bedrijf. Kern van de klacht is dat de accountant voor dat eerste rapport hoor en wederhoor had moeten plegen. Het verweer komt er heel in het kort op neer dat deze tuchtzaak een nutteloze exercitie is omdat partijen vorig jaar hetzelfde dossier al besproken hebben.

In de vorige procedure, waarbij eind maart dit jaar de Accountantskamer de gedaagde voor een maand doorhaalde, stond een rapport uit 2019 centraal. Ook daar ontbrak hoor en wederhoor. Nu ging het om een rapport van twee jaar eerder. Waarom had ook dit rapport niet meegenomen kunnen worden in de klacht van vorig jaar? ,,We hebben eerst onderzoek gedaan naar dat rapport uit 2019'', zei advocaat Noor Zetteler op de zitting. Volgens haar kwam tijdens de zitting ook boven water hoe het rapport uit 2017 tot stand was gekomen. Vandaar dat pas erna een procedure is gestart over dat specifieke rapport. Volgens haar heeft de accountant weinig opgestoken van de eerdere procedure. ,,Iedere vorm van zelfreflectie over het rapport uit 2017 is verdwenen.'' 

Het is de accountant die zijn fout – het achterwege laten van hoor en wederhoor – op de tegenpartij probeert af te schuiven. Het rapport had verregaande consequenties voor de klager. Pas in april dit jaar schreef de accountant de provincie een brief waarin hij waarschuwde dat zijn rapport bedoeld was voor één specifieke procedure. Toch is het ook ingebracht in de zaak waarbij de eigenaar privé voor miljoenen aansprakelijk wordt gesteld.

Het rapport roept bij de klager allerlei vragen op. Hoe zit het met de objectiviteit van de accountant? En welke stukken ontving hij allemaal van de provincie? En natuurlijk de vraag waarom hij het rapport niet voorlegde aan de klager. Advocaat Jan Garvelink stelde daar een andere vraag tegenover: wat is het doel van het tuchtrecht? ,,Het doel van het tuchtrecht is het schoon houden van het beroep, niet het bieden van een pressiemiddel.'' Volgens de raadsman ondervindt iedereen nadeel van het handelen van de klager. Had hij direct na uitkomen van het rapport in 2017 al de stap naar de tuchtrechter gemaakt, dan had de accountant bij het opstellen van rapport in 2019 rekening gehouden met de bezwaren van het vervoersbedrijf. Het is bovenal een herhaling van zetten. ,,De klager heeft de eerste klacht gewoon gekopieerd en het 'rapport 2019' vervangen door het 'rapport 2017','' aldus Garvelink.

En dan is er nog de vraag: had de klager informatie verstrekt als de accountant daar om gevraagd had? Hij beantwoordde die met een volmondig 'ja'. De waarde van de aandelen was niet bewust te laag gesteld, zei hij. ,,Europese aanbestedingen hebben zware eisen. Als de accountant zich daarin had verdiept dan was hij er achter gekomen dat de waardering wel degelijk grondslag had.'' Maar hoor en wederhoor had de conclusie van de accountant juist niet anders gemaakt, stelde Garvelink. ,,De eigen opvatting van een accountant over waarderingsmethodiek is niet een feitelijk gegeven dat zich leent voor hoor en wederhoor.''

De uitspraak volgt over circa vijftien weken.

Gerelateerde artikelen