Amerikanen bekennen schuld voor hulp bij vlucht Ghosn
Twee Amerikanen die automagnaat Carlos Ghosn hielpen ontnsappen uit Japan hebben daarvoor schuld bekend.
Legerveteraan Michael Taylor en zijn zoon Peter stonden voor de rechter in Tokio vanwege de kwestie.
De Verenigde Staten leverden het duo in maart uit aan Japan. Ze zitten in dezelfde gevangenis als waar Ghosn eerder werd vastgehouden. Ze kunnen tot drie jaar cel krijgen. Volgens de aanklagers hebben de twee 1,3 miljoen dollar gekregen voor hun hulp bij de ontsnapping.
Ghosn is de voormalige topman van Renault en ook de ex-topman van de Japanse autobedrijven Nissan en Mitsubishi. Hij zat vast op verdenking van fraude. Na zijn arrestatie in Japan in 2018 moest hij aftreden bij de autofabrikanten waar hij de scepter zwaaide.
In december 2019 slaagde hij er vervolgens in te vluchten uit Japan, waar hij in huisarrest zat. Hij omzeilde de bewaking bij zijn huis en vloog met een privévliegtuig naar Istanbul, waarbij hij zich zou hebben verstopt in een kist voor geluidsapparatuur. Vanuit Turkije vloog hij naar Libanon, dat geen uitleveringsverdrag met Japan heeft. Ghosn heeft zowel de Franse, Braziliaanse als Libanese nationaliteit.
Er lopen wereldwijd tientallen rechtszaken rond de automagnaat. Hij wordt door Japan verdacht van onder meer valse verklaringen over zijn salaris en privégebruik van bedrijfsgelden.