Agrarisch ondernemers hebben iets meer vertrouwen in toekomst
De Agro Vertrouwensindex, ontwikkeld door LTO Nederland, Flynth, het ministerie van EZ en LEI Wageningen UR, steeg van ruim 14 naar bijna 17 punten. Een jaar geleden was dat nog 8 punten. Op een schaal van minimaal -100 en maximaal +100 is deze stijging beperkt. Een index boven 0 betekent dat er meer ondernemers zijn met vertrouwen in hun onderneming dan dat er ondernemers zijn die minder vertrouwen hebben. Het agrovertrouwen is gebaseerd op een stemmingsindex die de huidige situatie op het bedrijf weergeeft en een toekomstverwachting van ondernemers op middellange termijn. Met name die laatste indicator heeft voor de voorzichtige stijging in het agrovertrouwen gezorgd. Per sector zijn er echter grote verschillen.
Verwachting toekomst gestegen
Vooral bij akkerbouwers en opengrondtuinders steeg de verwachting dat hun bedrijf zich goed zal gaan ontwikkelen. Ook pluimveehouders waren iets positiever. In andere sectoren daalde de index. In alle gevallen bleef de index boven 0. Voor het jaar 2016 verwachten met name akkerbouwers en glastuinders lagere prijzen, en rekenen varkenshouders op hogere opbrengstprijzen.
Stemmingsindex stabiel
Per sector veranderde de stemmingsindex soms sterk. Zo zijn melkveehouders beter gestemd dan een kwartaal eerder, ondanks dat deze sector nog steeds kampt met lage prijzen door een lagere vraag mede door de voortdurende Rusland-boycot. Met name de kaasprijzen liggen lager. Ook groentetelers kunnen komend teeltseizoen weer last ondervinden van deze boycot.
Vooral varkenshouders zijn negatief over de huidige situatie op het bedrijf. Die stemmingsindex daalde voor de derde achtereenvolgende keer naar een voorlopig dieptepunt. De varkenshouders hebben te kampen met de gevolgen van het Russische importverbod van Europese varkensvleesproducten, en met een al langer aanhoudende prijsdruk door overaanbod. De Russische maatregel is een gevolg van de epidemie van Afrikaanse varkenspest in Oost-Europa.
Bij akkerbouwers vielen de opbrengstprijzen van met name uien en (zetmeel)aardappelen mee. Hierdoor pakte de omzet gunstiger uit. Bij glasgroentetelers bleven de prijzen ook in het najaar nog lang op een hoog niveau; de productie in Zuid-Europa kampte met tegenvallende teeltomstandigheden waardoor oogsten later op gang kwamen. De sierteelt profiteerde van de relatief zachte winter en gunstige koersverhoudingen. Ook profiteerde de glastuinbouw van de lagere energieprijzen. Eierproducenten hebben in het derde kwartaal in kunnen spelen op de toegenomen Amerikaanse vraag, veroorzaakt door de grootschalige ruimingen als gevolg van vogelgriep. In het laatste kwartaal van 2015 waren deze ondernemers veel minder positief dan in het derde kwartaal.
Samengevat is de stemmingsindex min of meer stabiel en zijn de verwachtingen van ondernemers over de middellange termijn gestegen waardoor het agrovertrouwen licht is toegenomen.