Aftrekposten naar meestverdienende partner werkt niet meer
Het toedelen van aftrekposten aan de partner met het hoogste inkomen was in 2022 meestal al niet meer voordeliger. Vanaf 2023 geldt dit nog vaker. Door een sterkere daling van heffingskortingen in 2023 bij een stijgend inkomen en een aftrektarief dat gelijk is aan het laagste belasting- en premie volksverzekeringentarief, zal het vaak voordeliger zijn de aftrekposten bij de minstverdienende partner in aanmerking te nemen.
Dat stelt SRA, de koepel van accountantskantoren voor het MKB. Al jaren daalt het aftrektarief voor verschillende aftrekposten, zo signaleert SRA. In 2023 is het maximale aftrektarief voor een aantal aftrekposten gelijk aan het tarief in de eerste schijf (36,93%). Het gaat met name om aftrekbare kosten in verband met de eigen woning en persoonsgebonden aftrek, zoals uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, voor specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten en aftrekbare giften.
Toedeling van aftrekposten aan de meestverdienende partner levert dus vanaf 2023 geen voordeel meer op. Sterker nog, zo waarschuwt SRA, omdat de algemene heffingskorting en de ouderenkorting ook in 2023 lager worden als het inkomen stijgt, kan de toerekening van de aftrekposten aan de meestverdienende partner nadelig zijn.
“Grofweg zal toedeling van de aftrekposten aan de minstverdienende partner tot een voordeel leiden, als het belastbaar inkomen uit werk en woning van deze partner boven de inkomensgrens van de algemene heffingskorting uitkomt (€ 22.660)”, schrijft SRA op haar website. “Onder dit inkomen zal toedeling aan de minstverdienende partner niet tot een voordeel leiden vanwege het vaste bedrag van de heffingskorting tot dit bedrag (€ 3.070).”