AFM slaat alarm over woekerleningen voor mkb
Deze alternatieve kredieten voorzien duidelijk in een behoefte, maar vallen niet onder toezicht en zijn niet zonder risico, zo waarschuwt de AFM. Eenmanszaken en zzp’ers hebben vaak maar beperkte financiële kennis en niet altijd de middelen om goed advies in te winnen, zo stelt de financiële waakhond. De coronacrisis vergroot deze kwetsbaarheid.
Een belangrijk zorgpunt is dat de ondernemer vooral zelf lijkt te moeten bepalen of zijn financieringsbehoefte verantwoord is, zo vervolgt de AFM. “Alternatieve kredietaanbieders gaan daarmee voorbij aan de kwetsbare situatie van kleine ondernemers, zeker als deze in zwaar weer zitten. Zij kunnen dan extra moeilijk een objectieve afweging maken tussen de extra risico’s en kosten van een lening en de levensvatbaarheid van hun bedrijf.”
Niet zelden staan kleine ondernemers bovendien persoonlijk garant. Dit is een extra punt van zorg en was voor de AFM aanleiding om deze markt beter in kaart te brengen.
De kosten van non-bancair krediet zijn hoger. Dit is deels verklaarbaar omdat de toegang tot kapitaal voor deze kredietverleners duurder is dan voor banken, het risico op wanbetaling groter en er doorgaans minder onderpand is.
“Kostenpercentages bij kleine kortlopende kredieten van gemiddeld 126 procent, met uitschieters naar 400 procent zijn echter excessief”, aldus de AFM. “De kostenstructuur wordt bovendien vaak onduidelijk toegelicht met gebrekkige informatie over de voorwaarden. Kleine lettertjes in offertes en overeenkomsten lijken niet ongebruikelijk.”
Toegang tot financiering is belangrijk voor het mkb en de groei van non-bancaire financieringsvormen draagt daaraan bij, zo verklaart de. AFM de opkomst van alternatieve financiers. “Maar het belang van de ondernemer staat bij aanbieders nu onvoldoende centraal. Dit wordt niet opgelost door een goed functionerende adviesmarkt.”
“Zelfregulering is bovendien nog erg versnipperd, relatief weinig partijen sluiten zich daarbij aan en ambitieuze gedragsnormen en controle op naleving daarvan ontbreken meestal. De AFM heeft twijfels bij het animo en vermogen van de sector om zelfregulering naar een voldoende hoog niveau te tillen, goede initiatieven van onder meer Stichting MKB Financiering ten spijt.”
Betere zelfregulering en meer zelfredzaamheid van de kleine ondernemer bieden vermoedelijk onvoldoende soelaas, vermoedt de AFM. “Daarom is het wenselijk dat beleidsmakers en de sector ook kijken naar andere mogelijkheden om kleine ondernemers te beschermen, zoals de maximale kredietvergoeding dat doet voor consumenten.”
“Ook een uniforme kostenmaatstaf kan interessant zijn, omdat die de markt transparanter en beter vergelijkbaar maakt. Er is wel meer onderzoek nodig om te bepalen of dergelijke maatregelen noodzakelijk en proportioneel zijn. De AFM is daarvoor vanwege het ontbreken van een wettelijk mandaat overigens niet de aangewezen partij.”