AFM: Ruimte voor verbetering bij beheerders alternatieve beleggingsinstellingen
Uit het onderzoek komt naar voren dat er bij deze groep substantiële ruimte is voor verbetering ten aanzien van de integere bedrijfsvoering, governance en vermogensscheiding.
De Europese Alternative Investment Fund Managers Directive (AIFM-richtlijn) werd op 22 juli 2013 van kracht in Nederland voor beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. Beheerders die op of voor 22 juli 2013 reeds over een nationale vergunning voor het beheren van beleggingsinstellingen beschikten, kregen een jaar de tijd om hun organisatie in lijn te brengen met de AIFM-richtlijn. Het ging hier over een groep van 75 partijen. Op 22 juli 2014 is hun bestaande vergunning van rechtswege omgezet in een nieuwe AIFM-vergunning. De AFM besloot onderzoek te doen om vast te stellen of deze groep voldoet aan vereisten uit de AIFM-richtlijn of dat er verbeteringen moeten worden doorgevoerd.
Belangrijkste uitkomsten
Uit het onderzoek is gebleken dat 6 van de onderzochte beheerders uitsluitend beleggingsinstellingen beheren die buiten de reikwijdte van de AIFM-richtlijn vallen. De AIFM-vergunning van deze beheerders is, of zal naar verwachting komen te, vervallen. Verder toont het onderzoek aan dat er bij de overige beheerders in het onderzoek substantiële ruimte is voor verbetering ten aanzien van de integere bedrijfsvoering, governance en vermogensscheiding.
Belangrijkste bevindingen van het onderzoek:
• risicobeheer bij veel onderzochte beheerders is van onvoldoende niveau;
• uitbesteding bij groot aantal beheerders voldoet niet aan wet- en regelgeving;
• bij één beheerder was geen bewaarder aangesteld;
• in sommige gevallen twijfel over effectiviteit en inrichting van de compliancefunctie;
• beleid belangenconflicten vaak onvolledig;
• naleving ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) moet beter.
Het onderzoeksrapport bevat ook een aantal best practices die de AFM naar aanleiding van het rapport heeft opgesteld. Deze best practices kunnen beheerders verder helpen bij het verbeteren van de kwaliteit van de bedrijfsvoering en governance. De individuele resultaten van de onderzoeken zijn teruggekoppeld aan de onderzochte beheerders en waar beheerders niet voldeden aan de wettelijke eisen heeft de AFM formele of informele maatregelen ingezet om dit alsnog te bewerkstelligen.
De AFM verwacht van andere beheerders dat zij kennis nemen van de bevindingen van dit onderzoek en de best practices en waar nodig verbeteringen doorvoeren in hun organisatie. De AFM is, gelet op de bevindingen, voornemens de komende jaren vergelijkbare onderzoeken uit te voeren bij andere beheerders met een van rechtswege omgezette AIFM-vergunning. Daarbij zal zij ook beoordelen of deze beheerders aan de slag zijn gegaan met de bevindingen en goede praktijkvoorbeelden die in dit rapport zijn opgenomen.
Inleveren AIFM-vergunning
De AFM roept daarnaast alle beheerders op om zelf te beoordelen of zij activiteiten verrichten die onder de AIFM-richtlijn vallen. Als dit gedurende een periode van 12 maanden of langer niet het geval is, wordt hen verzocht om op eigen initiatief hun vergunning in te leveren. De AFM gaat hier in de toekomst ook actief op toezien.