AFM: ‘accountants SHV-dochters deden geen melding van vermoedelijke fraude’
Zaaknrs.17/920 / 17/925 / 18/718 / 18/719
Eerder over deze zaak verschenen: 'Accountant zag geen omkopingsfraude bij dochter SHV'
Dat bleek vrijdag uit de tuchtzaak die draait rondom vermoedens van steekpenningen betaald door SHV-dochters Econosto Mideast en Mammoet.
Met de contante betalingen aan derden zouden de bedrijven opdrachten in het Midden-Oosten verworven hebben. Het gaat hier om redelijke vermoedens van fraude die de twee accountants hadden moeten melden, stelde de klagende Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Beide accountants lieten volgens de AFM na voldoende controle-informatie te verkrijgen over contante commissiebetalingen aan derden. Die betalingen werden gedaan door de SHV-dochters Econosto Mideast en Mammoet en werden onder schimmige namen weg geboekt: de ene keer als 'managing director-bonus', andere keren als 'sales incentives' of 'salary costs'. Onduidelijk is wie precies betaald werden. De AFM stelt voorop dat de klacht moet worden geplaatst in de context van bedrijfsactiviteiten in een corruptiegevoelige omgeving met afnemers in de olie- en offshore-industrie, “een corruptiegevoelige branche.''
De groepsaccountant van SHV had op 'passende wijze' moeten inspelen op deze omstandigheden. “Gelet op zijn kennis en de signalen die hij in de boekjaren 2012 en 2014 kreeg, had hij het frauderisico moeten zien.'' De accountants hadden dus onderzoek moeten doen, stelt de AFM.
Kwestie opgelost?
De accountants konden er in 2011 van uitgaan dat de kwestie was opgelost, stellen de gedaagden. Dit is gebaseerd op een toezegging van het management van Econosto Mideast 'de kwestie te zullen oplossen'. Advocaat Marije Batting namens de AFM: “Dat is onvoldoende om aan te nemen dat de kwestie was opgelost. Een externe accountant kan niet simpelweg afgaan op mededelingen van het management.''
De accountants hebben een eigen verantwoordelijkheid deze toezegging professioneel kritisch te benaderen. “Uit niets blijkt dat die contante commissiebetalingen waren gestopt, in tegendeel: het ging onverminderd door.''
Bij dochterbedrijf Mammoet speelde volgens de AFM dezelfde kwestie. Ook hier werden agenten betaald. In een opdracht voor het verwijderen van een scheepswrak met een opdrachtwaarde van 60 miljoen euro is onder meer een 'broker fee' met een partij overeengekomen.
De verdediging hamerde op de kennis en de rol die de accountants toen hadden. “Bij het aantreden wist de accountant dat de kwestie in het voorafgaande boekjaar door het management was besproken en dat ze dit zou oplossen. En dat was het. Er werden geen betalingen meer gedaan'', zei advocaat Gertjan Boekraad namens de twee accountants.
Uit een rapportage van PwC-accountants in Dubai bleek ook dat de kwestie was opgelost. “Er werden geen contante betalingen aan derden meer gedaan.'' Ja, er werden nog wel contante betalingen aan het personeel gedaan, zei advocaat Boekraad. “Dat was geen fraude maar meer een intern risico.''
Deze 'sales incentives' waren volgens de AFM contante betalingen aan derden en 'de accountants wisten dat'. Dat wisten ze helemaal niet, aldus Boekraad. Ook stelt de klager dat de accountants ieder jaar opnieuw moesten bekijken of de contante betalingen aan derden daadwerkelijk gestaakt waren. “Er was geen reden die conclusie te herzien want daar waren geen concrete aanwijzingen voor.''
De vermeende omkoping bij Mammoet dan? In het boekjaar 2013 zou een contract zijn gesloten over de betaling van een agent. De accountant heeft volgens de AFM geen opvolging gegeven aan het advies van het fraudepanel van PwC. “Maar dat advies hield niet in dat betalingen moesten stoppen, maar dat getoetst moest worden aan wettelijke regelgeving.'' De klacht van de AFM is gebaseerd op kennis die de accountants gehad zouden hebben, maar niet hadden. “En daardoor mist de klacht grondslag.''
Over de vermeende fraude verschenen vorig jaar de nodige verhalen in NRC Handelsblad. Stichting SOBI van Pieter Lakeman diende een klacht in, de AFM volgde. Klachten van de SOBI tegen andere accountants werden in juli al door de Accountantskamer ongegrond verklaard.
De klacht ingediend tegen de twee accountants die vrijdag voor het hekje stonden, werd door SOBI niet toegelicht. Veel meer dan verwijzen naar artikelen in NRC Handelsblad doet de klager niet, stelde advocaat Gertjan Boekraad. “SOBI heeft geen idee of er sprake is geweest van enige melding op grond van de Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, MS). Dat kan ze niet en hoort ze niet te weten vanwege de strikte geheimhouding. En die geheimhoudingsplicht geldt ook voor de beklaagden'', aldus de raadsman.
De beklaagden zelf menen juist gehandeld te hebben. “Ik bestrijd te zijn tekortgeschoten'', zei een van hen. De uitspraak volgt vermoedelijk nog dit jaar.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle
De uitspraak: Accountant hield ogen dicht voor frauderisico SHV