Afdrachtvermindering onderwijs ten onrechte toegepast; geen grove schuld

19 september 2017

Een pluimveeverwerkingsbedrijf heeft ten onrechte afdrachtvermindering onderwijs toegepast. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is niet aannemelijk gemaakt dat daadwerkelijk sprake was van beroepspraktijkvorming.

Belanghebbende (X) oefent een pluimveeverwerkingsbedrijf uit. Zij heeft afdrachtvermindering onderwijs geclaimd voor door werknemers gevolgde opleidingen.
In geschil is of de Inspecteur terecht de toegepaste afdrachtvermindering heeft nageheven en of terecht vergrijpboetes zijn opgelegd.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X ten onrechte de afdrachtvermindering onderwijs heeft toegepast ter zake van de opleidingen ’Assistent medewerker voedsel en leefomgeving’ en ’Productievakkracht versindustrie’ (jaren 2008 tot en met 2010). Zij heeft niet voldaan aan één van de ter zake gestelde materiële voorwaarden, namelijk het aannemelijk maken van het volgen van de beroepspraktijkvorming.

X veronderstelde dat van de materiële voorwaarde geen sprake was. Zij meende dat met het behaalde diploma zou kunnen worden aangetoond dat de beroepspraktijkvorming is gevolgd.

Mede gelet op de conclusie van A-G Niessen van 11 april 2017 in de bij de Hoge Raad aanhangige zaak met nummer 16/05616 (ECLI:NL:PHR:2017:332), oordeelt de Rechtbank dat X redelijkerwijs kon en mocht menen dat dit standpunt en daarmee de door haar gedane aangiften loonheffingen juist waren. Daarom is volgens de Rechtbank geen sprake van grove schuld (vgl. rechtsoverweging 3.4, HR 21 april 2017, 15/05278, ECLI:NL:HR:2017:638).

Indien de aangiften loonheffingen al onjuist zouden zijn op de grond dat aan de POK’s (praktijkovereenkomsten) formele gebreken zouden kleven, is dit evenmin te wijten aan grove schuld. De Hoge Raad heeft pas in zijn arrest van 15 januari 2016, 15/00350, ECLI:NL:HR:2016:38, dus (ruim) na het indienen van de onderhavige aangiften loonheffingen, een einde gemaakt aan verdeeldheid over de vraag of er slechts aanspraak kon worden gemaakt op de afdrachtvermindering onderwijs op basis van een schriftelijke en door alle betrokken partijen ondertekende POK.

De Rechtbank laat de naheffingsaanslagen in stand en vernietigt de vergrijpboeten.