Advocaat voldoet in aanvangsjaar onderneming niet aan urencriterium
Een advocaat is in 2013 op 61-jarige leeftijd gestopt met zijn werkzaamheden in loondienst bij een advocatenkantoor. Vanaf 19 augustus 2013 exploiteert hij een advocatenkantoor in de vorm van een eenmanszaak. Hij heeft 79 dossiers in toevoegingszaken uit de gefailleerde advocatenpraktijk van zijn werkgever overgenomen, tegen een koopprijs van € 11.348. Hij heeft voor de start van zijn onderneming circa 400 uren aan deze dossiers gewerkt. Naast zijn beroepsmatige werkzaamheden heeft de advocaat een aanzienlijk aantal nevenwerkzaamheden verricht, waaronder een commissariaat bij een woningstichting. In geschil is of de advocaat in 2013 voldoet aan het urencriterium, vereist voor toepassing van de zelfstandigenaftrek.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden kan niet worden geoordeeld dat de door de advocaat gestelde omstandigheid dat hij als advocaat voortdurend bereikbaar was en lange werkweken maakte voldoende is om aannemelijk te achten dat hij in 2013 na de start van zijn onderneming op 19 augustus ten minste 1.225 uren heeft besteed aan werkzaamheden voor zijn onderneming.
Met betrekking tot de overgenomen dossiers kan de advocaat geen uren in aanmerking nemen voor het urencriterium omdat hij niets heeft gesteld ten aanzien van de na 19 augustus 2013 aan deze dossiers verrichte werkzaamheden.
De advocaat slaagt niet in het bewijs dat hij tenminste 1.225 uren aan zijn onderneming heeft besteed. De vraag of de aan het commissariaat bestede werkzaamheden zijn toe te rekenen aan de onderneming behoeft geen beantwoording, aldus het Hof.
(Bron: Fiscanet)