Advocaat vangt bot in klacht tegen RA
De advocaat runde met twee partners een kantoor, totdat ze begin 2015 na hoogopgelopen conflicten uittrad. De jaarrekening 2014 moest nog samengesteld worden. Uit die jaarrekening bleek dat er een negatief eigen vermogen van de klaagster was van bijna vijftigduizend euro, dat ze moet betalen aan haar twee voormalige zakenpartners. Ze heeft geen inzage gekregen in de achterliggende stukken en het concept en evenmin van de achterblijvende advocaten lang geen antwoord gekregen op 22 vragen die ze over de jaarrekening had. De accountant beriep zich op zijn geheimhoudingsplicht en gaf eveneens geen antwoord, zijn opdrachtgevers hadden dat verboden. De klaagster meende er wel recht op te hebben omdat ze immers in het betreffende jaar nog wel deel uitmaakte van de firma.
Het springende punt voor de Accountantskamer is dat het advocatenkantoor een Britse rechtsvorm had, een ‘LLP’. De advocaat heeft tijdens de zitting niet uit kunnen leggen wat die rechtsvorm precies inhoudt in een geval als dit en niet gesteld dat ze op grond van die rechtsvorm en het contract met haar partners aanspraak zou kunnen maken op inzage in de conceptjaarrekening 2014 van het kantoor. Evenmin heeft ze aannemelijk gemaakt dat de jaarrekening was opgesteld met als enige doel de vertrokken advocaat meer geld te laten betalen. En ook niet dat er sprake zou zijn van persoonlijke vriendschap tussen de aangeklaagde accountant en een van de partners van het advocatenkantoor, zoals de advocate veronderstelde.
Lees ook:
• Beroepsgeheim brengt registeraccountant voor tuchtrechter
[Door: Petra van Walraven /juridisch Persbureau Zwolle]