ADP: Vakantiegeld valt voor meeste inkomens fors lager uit
Om een lagere teruggave bij de belastingaangifte (het ‘deurmatmoment’) in 2016 te voorkomen, wordt er dit jaar bij de uitkering van bijzondere beloningen rekening gehouden met de afbouw van de heffingskortingen. Hierdoor blijft er netto ook minder over van het vakantiegeld.
De achteruitgang in vakantiegeld treft met name de hogere inkomens: tweeënhalf keer modaal ontvangt door afbouw van de heffingskortingen 256 euro minder vakantiegeld; anderhalf keer modaal houdt netto 242 euro minder vakantiegeld over en twee keer modaal gaat met 204 euro minder op vakantie. Een modaal inkomen moet het met 59 euro minder doen. Mensen met een minimumloon gaan er niet op achteruit.
De heffingskortingen zijn een directe korting op de belasting die werknemers betalen. Sinds 1 januari 2014 zijn de arbeidskorting én de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk. ‘Het inkomensafhankelijk maken van de heffingskorting is in feite een belastingverhoging, die op een andere manier wordt gepresenteerd,’ stelt Dik van Leeuwerden, bij ADP verantwoordelijk voor de kennis over wet- en regelgeving op het gebied van HR en salarisverwerking.
Een werknemer met anderhalf keer een modaal inkomen (3.993 euro per maand) houdt netto 242 euro minder over van de vakantiebijslag. Deze inkomensgroep heeft namelijk te maken met zowel de afbouw van de algemene heffingskorting van 2,32% als met de afbouw van de arbeidskorting van 4%. Hierdoor wordt er geen 42%, maar 48,32% belasting ingehouden op bijzondere beloningen.
Bij de belastingaangifte over 2014 zijn veel werknemers al geconfronteerd met de afbouw in de heffingskortingen. Zij ontvingen een lagere teruggaaf of moesten nog een bedrag terugbetalen. Het zwaarder belasten van het vakantiegeld moet het vervelende ‘deurmatmoment’ voor 2016 voorkomen. Daarom wordt er in tegenstelling tot 2014 bij bijzondere beloningen nu wel rekening gehouden met de afbouw in heffingskortingen.
Niet alle werknemers ontkomen aan het deurmatmoment. Sommige werkgevers maken bij de berekening van salarissen namelijk gebruik van de zogenoemde ‘voordeelregel’ voor de bijzondere beloningen. Deze beloningen, bijvoorbeeld vakantiebijslag, worden dan opgeteld bij het normale loon voor het berekenen van de loonbelasting. Als de werkgever deze voordeelregel toepast, kan de netto achteruitgang van vakantiegeld voor nu minder zijn. De medewerker moet dit bedrag mogelijk alsnog via de inkomstenbelasting over 2015 terugbetalen.
ADP ontwikkelde een rekentool waarmee per inkomensgroep is uit te rekenen wat de teruggang in vakantiegeld is.