Accountantskamer: Zevende klacht is ‘herhaling van zetten’
De deurwaarder is in 2009 eerst geschorst en ten slotte in december 2010 uit zijn ambt gezet door de Kamer van Gerechtsdeurwaarders, na een klacht van het Bureau Financieel Toezicht. Er bleek sprake van een tekort van circa 80.000 euro op zijn derdenrekening. Hij diende vervolgens herhaaldelijk klachten in tegen accountants van het Bureau Financieel Toezicht. In maart diende de zevende klacht die inhield dat het BFT weigerde alle stukken te verstrekken. In een brief op zijn verzoek opnieuw stukken te sturen, reageerde het BFT al dat hij alles heeft waarover het bureau in deze procedure ook beschikt. Sterker nog, hij kreeg stukken opgestuurd die van hemzelf afkomstig waren. De twee beklaagde accountants stelden ook dat de klager weet dat hij niet bij hen, maar bij het BFT moet zijn met zijn klacht. De Accountantskamer ziet dit verzenden van stukken als ‘een herhaling van zetten’.
Een klager maakt misbruik van het tuchtrecht als het indienen van een klacht “in verband met de betrokken belangen van de accountant achterwege had behoren te laten”. Zoiets is het geval als de klager zijn klacht baseert op feiten waarvan hij de onjuistheid kende of moest kennen. Dit alles is van toepassing op de bewuste klager en deze ‘herhaling van zetten’. Dat het BFT of de beklaagden niet alle informatie verstrekt hebben, heeft de klager niet aannemelijk gemaakt. Bovendien mag iemand niet twee keer voor hetzelfde voor de rechter gedaagd worden. De klacht is daarom niet-ontvankelijk, aldus het vonnis.
Lees ook:
• Ex-deurwaarder klaagt voor zevende keer tegen accountants
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]