Accountantskamer verklaarde te laat ingediende klacht terecht niet-ontvankelijk

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft het hoger beroep van een metaalbewerkingsbedrijf tegen een uitspraak van de Accountantskamer ongegrond verklaard. De Accountantskamer had in augustus 2015 geoordeeld dat de tuchtklacht tegen twee AA’s over het te hoog weergeven van de post ‘onderhanden werk’ in jaarrekeningen niet-ontvankelijk was wegens overschrijding van de zesjaarstermijn dan wel de driejaarstermijn.

De appellanten gingen tegen dit oordeel van de Accountantskamer in hoger beroep bij het CBb.  Maar die komt tot hetzelfde oordeel als de tuchtrechter. “De laatste samenstellingsverklaring hebben betrokkenen op 31 maart 2011, althans – volgens de klacht – uiterlijk op 22 november 2011 afgegeven, zodat appellanten ten laatste op 22 november 2014 een op dat handelen betrekking hebbende klacht bij de Accountantskamer hebben kunnen indienen. Gelet daarop heeft de Accountantskamer de op 11 februari 2015 ingediende klacht terecht niet-ontvankelijk verklaard,” aldus het CBb. Het College verklaart het hoger beroep dan ook ongegrond.

Lees ook:

Gerelateerde artikelen