Accountantskamer verklaard klacht advocaat ongegrond [14/1422]

Het rapport van een accountant over beleggingen door het fonds Sprintplan van Aegon- dochter Spaarbeleg bevat grove onwaarheden. Dat beweerde advocaat Luc Jurgens maandag ter zitting in de Accountantskamer. Volgens de raadsvrouw van de aangesproken accountant worden in het rapport juist helemaal geen conclusies getrokken omdat daar de juiste grondslag voor ontbeerde.
Centraal staat het veelvuldig aangevochten Spaarbeleg Sprintplan van Aegon. Volgens advocaat Luc Jurgens, die namens vereniging Consument & Geldzaken onderzoek liet doen, heeft het fonds aantoonbaar niet belegd in obligaties. Hij liet dit uitzoeken door een forensisch accountant. Die concludeerde niet dat Aegon in obligaties belegde, maar evenmin of het tegendeel waar was, zei de RA zelf. Volgens de klagende advocaat Jurgens is dit niet het geval. Hij stelde dat de betrokken accountant zijn werk niet volgens de geldende normen heeft verricht en dat deze in zijn rapporten onwaarheden verkondigde.
 
 ,,Heeft het fonds van Aegon wel of niet belegd in obligaties? Dat was de centrale onderzoeksvraag.'' Het antwoord was helder, volgens de raadsman. ,,Door dit fonds is nooit belegd in obligaties, maar slechts in opties op obligaties.'' De accountant stelde in zijn verweerschrift ,,dat niet kan worden vastgesteld in welke financiële producten het fonds heeft belegd'', citeerde de raadsman. Maar in de jaarrekeningen wordt telkens vermeld dat enkel in opties is belegd. Volgens Jurgens zijn grote economische belangen van een groot aantal consumenten in het geding. De accountant profileerde zich als fraudespecialist. Juist vanwege dat specialisme werd hij ingeschakeld. ,,Hij is vanwege dit specialisme meer dan anderen aanspreekbaar.''
En dan was er nog een rapport van hoogleraar Jaap Koelewijn. De hoogleraar zou een stuk 'voor een vriendenprijsje' hebben ingebracht, zo had de accountant de opdrachtgever vermeld. Volgens de raadsman valt dat rapport onder de verantwoordelijkheid van de accountant die de opdracht had bevestigd. Het verweer van de raadsvrouw van de aangesproken accountant was helder: de gedragsregels verplichten de accountant geen conclusies te trekken zonder grondige waarborg. ,,Hij heeft niet de conclusie willen en kunnen trekken die Jurgens van hem wenste'', zei ze. Sterker nog: de accountant werd min of meer gedwongen bepaalde standpunten in te nemen. Zonder deugdelijke grondslag zag hij zich niet in staat conclusies trekken. De uitkomst van zijn onderzoek was dan ook dat de jaarrekeningen niet de benodigde informatie bevatten om de gestelde centrale vraag te beantwoorden. ,,Er staan geen onwaarheden in de rapporten. Er is ook in geen enkele van de vele gevoerde procedures onwaarheden vermeld. Er is niet bedrogen. Er is niet strafrechtelijk verwijtbaar gehandeld'', zei ze. Ze reageerde hiermee op de aangifte die Jurgens inmiddels gedaan heeft tegen de accountant. Ook stonden beide heren de afgelopen jaren vaker tegenover elkaar in verschillende procedures.
 
De leden van de Accountantskamer wilden weten waarom de accountant in de opdrachtbevestiging NV Cos 3000 vermeldde, maar dat in het rapport nergens terug liet komen. Volgens de raadsvrouw had haar cliënt wel 'in de geest van NV Cos 3000 gewerkt'. Jurgens liet professor Geert Braam een second opinion opstellen. Die concludeerde dat zonneklaar is ,,dat niet is belegd in obligaties'', zei een van de leden van de Accountantskamer. Waarom kon de accountant die conclusie dan niet trekken? ,,Alleen in de administratie staat wat er daadwerkelijk belegd is'', reageerde de accountant. ,,Ik kan niet de absolute uitspraak doen: 'er is niet belegd in obligaties'. Ik zeg alleen dat dit het geval kan zijn.'' Volgens zijn raadsvrouw staat ook in het rapport genoemd dat er 'sterke aanwijzingen zijn' dat niet is belegd in obligaties.
 
Vonnis
De Accountantskamer heeft een klacht van een advocaat over een door hem ingeschakelde accountant ongegrond verklaard. De klager was ontevreden over het onderzoek dat hij liet uitvoeren, maar de rechter is het niet eens met diens beschuldigingen.
Voor een civiele procedure over een financieel product had de advocaat een accountant ingeschakeld om onderzoek naar het betreffende product te laten doen. Maar anders dan hij van mening is, is de accountant niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de nevendeskundige die zij in onderling overleg inschakelden. De rechter oordeelde dit gisteren in een aan de Accountantskamer voorgelegde klacht. 
 
De advocaat had meerder klachten ingediend tegen de accountant. Zo vond hij dat de beschuldigde accountant ‘aanstonds’ tot een bevinding had moeten komen, iets waar de rechter het – wederom – niet mee eens is. Ook was er een verwijt over de ingediende declaratie en de wijze waarop de accountant zijn rapportages had ingericht. Ook de opstelling van de accountant in de vervolgens tussen hen gevoerde civiele procedure en in de onderhavige tuchtprocedure was volgens de advocaat laakbaar. De rechter gaf de klager op al deze punten ongelijk. 
 
Michiel Satink / JPZ 
 
Gerelateerde artikelen