Berisping ex-CEO Accon avm
Door Jan Smit
Zaaknr. 23/16
Lees ook: Ex-CEO en 'zondebok' Accon: 'In shock door beschuldiging van malversaties'
Guus Delger is door de Accountantskamer berispt. De voormalige bestuursvoorzitter van Accon avm heeft bij de halfjaarcijfers 2020 een te lage belastingschuld gerapporteerd. Daardoor zijn zowel huisbankier ING als de commissarissen op het verkeerde been gezet. Ook heeft hij zonder toestemming van de commissarissen nieuwe kredieten afgesloten.
Dat blijkt uit de maandag gepubliceerde uitspraak van het tuchtcollege.
Delger handelde daarmee in strijd met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Dat de voormalige CEO en RA is ontslagen en negatief in de publiciteit is gekomen waardoor hij zich genoodzaakt zag zich uit te laten schrijven, hebben de tuchtrechters in hun oordeel mee laten wegen als verzachtende omstandigheden, schrijven zij.
Verantwoordelijk voor financiële problemen
De klacht tegen Delger was ingediend door Stichting Algemeen Managementadvies, rechtsopvolger van de voormalige eigenaar van het inmiddels door Flynth overgenomen Accon avm. De stichting betichtte Delger van de verstrekking van ‘onjuiste financiële gegevens’ aan de commissarissen, de aandeelhouder en ING, het opmaken van ‘onware’ jaarrekeningen en ‘onware en misleidende’ memo’s aan de commissarissen.
Volgens de stichting is Accon avm in 2021 in de financiële problemen geraakt en is Delger daarvoor verantwoordelijk. Hij zou aan de basis hebben gestaan van ‘malversaties’ waardoor de penibele financiële situatie het voormalige toptienkantoor in de handen dreef van Flynth. De commissarissen en aandeelhouder van Accon Avm besloten Delger eind 2021 vanwege de vermeende ‘malversaties’ 2021 te schorsen
Gerommel met de post onderhanden werk was een van belangrijkste aantijgingen. Volgens de stichting zijn er door Delger in de financiële (half)jaarcijfers over 2019 en 2020 ‘vele miljoenen ‘bijgeplust’ onder de titel onderhanden werk ‘zonder dat daarvoor enige feitelijke of realistische grondslag bestond, om de EBITDA te verbeteren’. Volgens klager ging het daarbij om liefst 75.000 uur niet-bestaand onderhanden werk.
Ook zou Delger zowel aan ING als aan de commissarissen in de halfjaarcijfers 2020 een belastingschuld van 11,2 miljoen euro hebben gerapporteerd, terwijl hij ‘wist of althans behoorde te weten’ dat die belastingschuld 22,5 miljoen euro bedroeg. Verder zou de voormalige CEO zonder toestemming van de commissarissen 1,5 miljoen extra hebben geleend bij ING.
Delger liet in juni tijdens de zitting weten zich niet in de beschuldigingen te herkennen. Volgens Marc Kelder, zijn advocaat, berustten alle aantijgingen op drijfzand en zou de voormalige CEO als ‘zondebok aan de schandpaal zijn genageld’ om het eigen falen van de commissarissen en het bestuur van de stichting te verbloemen.
Mislukte groeistrategie
Het falen van de stichting en de commissarissen had volgens Kelder betrekking op de ‘mislukte groeistrategie’ van Accon avn – iets wat Delger al eerder had gemeld. Die groeistrategie bestond volgens de advocaat uit een ‘falende, vrijwel volledig bancair gefinancierde overnamestrategie van bijna twee decennia en een eveneens falende OOB-strategie tussen 2015 en 2019’. Twee strategieën die volgens de advocaat zijn uitgevoerd onder Peter Feijtel, de voorganger van Delger. De stichting en de commissarissen steunden hem daarbij.
Kelder destijds: “Accon heeft tussen 2008 en 2018, toen Delger eindelijk in de positie kwam om een einde aan de overnamestrategie te maken, voor een bedrag van rond 85 miljoen euro aan kantoren overgenomen. (…) In diezelfde periode is de omzet van Accon gedaald van 115 miljoen euro naar 88 miljoen euro. Dat betekent dus dat er in een periode van tien jaar zo’n 100 miljoen euro uit de onderneming is weggevloeid.”
Het optuigen van de controlepraktijk resulteerde volgens Kelder in zo’n tien OOB-klanten. Controleklanten die volgens hem ‘niet zonder reden’ door de echte OOB-kantoren de deur waren gewezen en alleen konden worden bediend met ‘dure interimmers van buiten’. Iets wat ‘rampzalig’ zou hebben uitgepakt omdat er ‘miljoenen euro’s’ verloren zouden zijn gegaan.
Die OOB-strategie kwam volgens de advocaat in 2019 onder druk te staan toen de AFM berichtte dat de kwaliteit van de controlepraktijk nog steeds ‘zwaar onvoldoende’ was en Feijtel, Delgers voorganger, niet langer te handhaven bleek als CEO en statutair bestuurder van de groep. Delger werd op verzoek interim-CEO.
Delger zocht volgens Kelder zowel in zijn tijd als CFO – hij was CFO onder Feijtel, red. – als in zijn tijd als CEO waar het ging om cijferoverzichten ‘regelmatig de grenzen op van de beoordelingsruimte die hij had’. Dit ‘kon en mocht’ omdat hij wist dat die grenzen tijdens de jaarlijkse controle door de externe accountant ‘besproken en gesteld’ zouden worden. Maar dat is iets anders dan malverseren, aldus de advocaat.
Volgens de uitspraak van de Accountantskamer heeft hij niet alleen de grenzen opgezocht, maar is hij daar ook overheen gegaan.