Accountantskamer: Klacht curator bureau van Yme Drost verjaard
De curator is in 2010 aangesteld en concentreerde zich vooral op een doorstart van het letselschadebedrijf. Hij heeft in het najaar van dat jaar ook kunnen zien dat in de jaarrekening 2008 geen continuïteitsparagraaf was opgenomen. En hij verdiepte zich meteen in de financiële situatie van het bedrijf. In die jaarrekening was ook opgenomen dat het bedrijf dat jaar een verlies van 680.000 euro voor belastingen leed. En dat van januari 2009 tot eind oktober dat jaar nog eens een verlies van 328.000 euro werd geleden. Er was sprake van een liquiditeitstekort van 1,1 miljoen euro. Klager had toen dus al redelijkerwijs kunnen constateren dat het handelen danwel het nalaten door de accountant volgens de curator in strijd was met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Hij diende echter pas in februari dit jaar een klacht in. Voor dergelijke klachten geldt een termijn van drie jaar. Die is verstreken en dus moet de tuchtrechter de klacht niet-ontvankelijk verklaren, aldus het vonnis.
De Accountantskamer voegt nog toe dat er onvoldoende feiten zijn waarom de accountant geen samenstellingsverklaring over de jaarrekening 2008 had mogen geven. De bank was immers positief over het bedrijf en ook de fiscus werkte mee. Er was dus “geen aanleiding te zien voor gerede twijfel omtrent de continuïteit van de onderneming”, concludeert de tuchtrechter.
Lees ook:
• ‘Schade faillissement Yme Drost op mij afwikkelen’
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]