Accountantskamer: extra controles waren nodig bij fraudegevoelige administratie
De Accountantskamer legde hem een waarschuwing op.
De fraudeur, die zich al gauw opgewerkt had tot leidinggevende van de ict-afdeling, had zogenaamd een mooi dealtje met zijn vorige werkgever, een leverancier van soft- en hardware. Hij kon kortingen bedingen voor de jeugdinstelling. Hij stelde van 2005 tot en met juli 2013 zelf 95 valse nota’s op, als zijnde nota’s van die vorige werkgever. Het ging op naam van een niet meer bestaand filiaal van dat bedrijf. Op die nota’s waren geen btw- of KvK-nummer vermeld. En nota’s werden betaald op de bankrekening van de ex-werknemer. In totaal 2,2 miljoen euro. Om het enigszins te verdoezelen bestelde hij ict-goederen bij een plaatselijke leverancier, die hij daadwerkelijk liet afleveren bij de stichting, maar hij betaalde de nota’s zelf. Totaal: 250.829 euro, dus een fractie van wat hij binnen hengelde met de fraude.
De accountant controleerde voor een deel van de periode, vanaf 2009, de jaarrekeningen van de jeugdzorginstelling. Hij heeft uitdrukkelijk gerapporteerd en geadviseerd dat er risico’s waren verbonden aan de werkwijze van de ict-werknemer. De leiding had hem steeds gerustgesteld, maar daarop had de accountant zich niet moeten verlaten, oordeelde de tuchtrechter. ‘Immers ook de leiding had kunnen samenspannen en belang kunnen hebben bij de fraude.’ De accountant had bijvoorbeeld kunnen nagaan of de zogenaamde leveringen daadwerkelijk hadden plaatsgevonden en waarom de betaling via de bankrekening van de werknemer moest verlopen, terwijl de facturen gericht waren aan de stichting.
Bij het opleggen van de maatregel heeft de Accountantskamer meegewogen dat de stichting primair zelf verantwoordelijk is voor de interne beheersing van haar administratieve organisatie.
Lees ook:
[Door: Petra van Walraven / Juridisch Persbureau Zwolle]