Accountants ‘speelden dubbelrol’ bij verkoop
Het betrof de verkoop van een bedrijf in decoratiematerialen, voornamelijk posters. De curator trof in de boedel vele miljoenen posters aan. Een vertegenwoordiger van de bank en een taxateur waren letterlijk even verdwaald in de voorraden, staat in het faillissementsverslag te lezen. Op 30 mei 2013 ging de onderneming failliet.
Managementletter
Ten tijde van de overname door de klagers in juni 2012 leek er nog geen vuiltje aan de lucht. Althans, dat was hen ten tijde van de koop niet bekend, zeiden hun raadslieden vrijdag in de Accountantskamer. Binnen het accountantskantoor was dit wel bekend, stelden ze. De advocaten verwezen naar een managementletter van een van de RA’s aan de directie van het te verkopen bedrijf een halfjaar voor de verkoop. ‘Klagers benadrukken dat hierin is opgenomen dat een verbetering van de slechte financiële situatie van het bedrijf binnen nu en het komende jaar niet valt te verwachten.’ Maar waarom prees de directeur van dit accountantskantoor hen dit bedrijf toch bij hen aan? De door klagers te kopen onderneming werd door hem omschreven als ‘een kasmachine’.
Belangentegenstelling
Kort na de overname, al in september 2012, bleek al dat de rekeningen niet meer betaald konden worden. Ook de faillissementsaanvraag ging op advies van de directeur om zo een ‘warme doorstart’ te maken. Van een doorstart is het nooit gekomen. Volgens klagers verschuilen de accountants zich achter de juridisch medewerker van het kantoor die wel een dreigende belangentegenstelling zag. Maar hij is niet voor de Accountantskamer te dagen. Onprofessioneel gedrag, zo oordelen klagers. De accountants hadden tijdig de tegenstrijdige belangen moeten inzien en waarborgen moeten treffen. ‘Het lijkt erop dat ze nu achteraf proberen te construeren dat ze destijds de belangentegenstelling hebben onderkend en daartoe waarborgen hebben getroffen.’ Enig bewijs ontbreekt, zeggen de advocaten. De raadsvrouw van de beklaagden vond het noodzakelijk de rol van betrokkenen in perspectief te plaatsen. Die was namelijk beperkt. Het waren kantoorgenoten die klagers bijstonden. Ze kregen advies van deskundigen die niet aan het kantoor verbonden waren. Een van de accountants bereidde de verkoop voor voor de verkopers en dat is kopers ook gemeld. De jurist van het kantoor werd op nadrukkelijk verzoek van klagers ingezet. De directeur heeft de twee ondernemers slechts gewezen op de mogelijkheid het bedrijf te kopen. Verder gaat zijn rol niet. De afdelingen van het kantoor werken ook duidelijk gescheiden van elkaar. Er vindt onderling geen uitwisseling van informatie plaats. De informatie van de kopers was ook buiten het bedrijf opgeslagen en alleen voor betrokkenen opvraagbaar.
Verwachte omzet
De accountant die de verkopers bijstond voegde toe dat eind 2012 de onderneming er juist goed voor stond. In plaats van een verwachte omzet van 5 miljoen leek het eind dat jaar richting de 6,2 miljoen euro te gaan. De directie was vernieuwd en grote opdrachten liepen goed. Een contract met Disney zou in de loop van 2013 wel eindigen en het was inderdaad onzeker of die verlengd zou worden. Maar hij had eerder het idee dat het bedrijf voor een te lage prijs van de hand gedaan werd. Bij de eindonderhandelingen was hij niet betrokken.
Vonnis over 10 tot 15 weken.
Zaaknrs. 15/1867, 15/1868
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]