Accountants hadden bizarre omzetstijging moeten onderzoeken
Drie ondernemers kochten een bakkersholding die in het jaar voor de verkoop een recordomzet draaide. De bakkerij maakte een omzet van bijna 123.000 euro terwijl in de jaren ervoor gemiddeld 40.000 euro aan omzet maakte. Het ging hier om contant geld. De fors hogere omzet zou afkomstig zijn van verkoop van broodjes aan IT-specialisten. De twee beklaagde accountants deden geen onderzoek naar dit bedrag. En dat hadden ze wel moeten doen, meende de Accountantskamer. Daarnaast was er sprake van een aantal ongebruikelijke transacties die rijp waren voor een Wwft-melding. Volgens de klagers was er sprake van grote stromen zwart geld binnen het bedrijf. De accountants lieten na zo’n verplichte melding te doen, stelde de tuchtrechter.
Beide accountants werd ook verweten meegewerkt te hebben aan fraude. Omdat fraude niet is vastgesteld, is deze klacht ongegrond, staat in het vonnis te lezen. De tuchtrechter meende dat de twee betrokkenen er ‘blijk van hebben gegeven onvoldoende deugdelijke oordeelsvorming te hebben gehad en hun werkzaamheden met onvoldoende diepgang te hebben verricht’.
Beide accountants zijn niet eerder tuchtrechtelijke veroordeeld. Reden voor de Accountantskamer het bij een berisping te laten.
Lees ook:
(Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle)