Accountants belanden in familietwist bij overname
De klagende vader stopte door omstandigheden in 2008 zijn werk in het transport- en kraanbedrijf in het zuiden van het land. Zijn zoon stapte in het bedrijf en nam 30 procent van de aandelen over. Over de nog over te nemen aandelen werd een overeenkomst gesloten, waar in 2011 en 2012 opnieuw aan gesleuteld werd. De overeenkomst was gesloten in een voorspoedig jaar, maar nu zat het bedrijf middenin de crisis. De twee beklaagde accountants vreesden voor de continuïteit van de onderneming. Het was echter de vader die de onderhandelingen heropende. Hij had dringend cash nodig. Hij lag inmiddels in een scheiding en wilde het verzamelen van oldtimers bekostigd hebben. Er kwam een nieuwe overeenkomst, waarbij de vader volgens klagers instemde met een afwaardering van 540.000 euro. Pas later, bij het in de hand nemen van een nieuwe adviseur, ontdekte de vader dat hij veel te weinig had gekregen. En dat de twee AA’s die het proces begeleid hadden, meer oog hadden voor de belangen van zijn zoon, dan voor hem.
Met klem betwistten de vader en zijn raadsman dat het voortbestaan van het bedrijf op het spel stond. “In de crisisjaren is geen boekverlies gemaakt”, aldus de advocaat. Zijn cliënt kon naar zijn centen fluiten als het bedrijf failliet zou gaan. “Tot enkele dagen voor de transactie ontbrak iedere cijfermatige onderbouwing voor een aanzienlijke verlaging van de koopprijs.” Bovendien was het eindresultaat dat zijn cliënt niet de dringend benodigde cash kreeg. “Er kunnen vanuit de BV geen middelen worden opgenomen”, was wat hij te horen kreeg. De waarde van de aandelen was tot de helft teruggebracht alleen maar omdat daarmee de belangen van de zoon gediend waren. “De belangen van mijn cliënt zijn onvoldoende beschermd.”
Van tegengestelde belangen is geen sprake, zei de raadsvrouw van beklaagde. Van een afwaardering met 540.000 euro evenmin. De klager stemde “in met een verlaging van de waarde van zijn resterende aandelenbelang tegen onmiddellijke verzilvering”. Dit na uitvoerige beraadslagingen en berekeningen. De betrokkenen gingen daarbij objectief te werk, aldus de verdediging. En de uiteindelijke oplossing was ook zeer in het belang van de klager. Hij kon op korte termijn over cash beschikken. Zijn privéborgstelling ter waarde van twee ton was van tafel. De pensioenpositie van zijn ex-vrouw verbeterde en de continuïteit van het bedrijf werd zo beter geborgd, somde de raadsvrouw op. De accountant keek niet alleen naar de cijfers, zei hij zelf. “Als de zoon na jaren crisis met kleine verliezen de zaak overeind kan houden, hoe lang houdt hij dat vol? Dit is geen onderneming die je voor een substantieel bedrag aan een derde kunt verkopen.” Volgens de accountant die nog steeds het transportbedrijf als klant heeft zou het einde van het bedrijf een ravage in de familie hebben veroorzaakt. Beide partijen stonden ook al tegenover elkaar bij de kantonrechter. Die oordeelde dat de twee accountants niet alleen de belangen van de zoon hadden behartigd. De klager, die vanwege de zakelijke twist inmiddels amper meer met zijn zoon spreekt, is tegen dat vonnis in beroep gegaan.
Vonnis van de Accountantskamer over circa 10 weken.
(Zaaknrs. 15/2548, 15/2549)
[Door: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle]