‘AA stuurde zonder toestemming vertrouwelijke info ex-cliënt naar fiscus’

'Hij had voor zijn cliënt moeten opkomen in plaats van zich samen met de Belastingdienst tegen hem te keren.'

Door Jan Smit

Zaaknr. 19/1316

Had de AA  ‘geheime’ stukken van een voormalige opdrachtgever die in de clinch ligt met de Belastingdienst naar de fiscus mogen sturen zonder diens toestemming?

Over die kwestie boog de Accountantskamer zich vrijdagmiddag het hoofd naar aanleiding van een klacht van deze ex-cliënt.

De AA, partner van een Haags accountants- en advieskantoor, kreeg in 2014 een telefoontje van een inspecteur van de Belastingdienst. Hij kon de conceptjaarrekening 2002 en de fiscale vaststellingsovereenkomst van een voormalige cliënt van de accountant niet meer vinden. Had de AA die nog wel paraat? En, zo ja, wilde hij deze dan nog even doormailen? Aldus geschiedde.

De cliënt was furieus. Hij ligt al jaren met de fiscus overhoop. Belangrijkste twistappel: de hoogte van de pensioenvoorziening. De kwestie lag inmiddels bij de bestuursrechter. Daar zou de fiscus haar voordeel hebben gedaan met deze volgens klager ‘vertrouwelijke informatie’. De dienst heeft, mede op basis van deze stukken, inmiddels zo’n 200.000 euro van de cliënt gevorderd, betoogde de zoon van de klager, die, aldus de zoon, inmiddels zelf geestelijk niet meer in orde is.

“Het had op zijn – de AA, red. – weg gelegen toestemming te vragen en de stukken eerst naar zijn cliënt te sturen,” stelde de zoon, die tijdens de zitting optrad als gemachtigde van zijn vader – klager zelf was niet aanwezig. “Temeer daar hij wist van het conflict met de fiscus, wist dat de cliëntrelatie al twee jaar was beëindigd en het een concept-jaarrekening betrof die niet eens bij de Kamer van Koophandel is gedeponeerd. Alleen al dat laatste had de accountant alert moeten maken. Hij had voor zijn cliënt moeten opkomen in plaats van zich samen met de Belastingdienst tegen hem te keren.”

Met zijn handelswijze heeft de AA volgens de zoon een ‘niet oplosbaar probleem met de fiscus gecreëerd’ en is hij ‘ernstig tekortgeschoten in zijn zorgplicht.’ “Dat is voor een accountant onacceptabel.”

Volgens de AA zit de zaak anders in elkaar. “De concept-jaarrekening 2002 met daarin de informatie over de pensioenvoorziening waren al lang en breed bij de fiscus bekend toen mijn cliënt deze in 2014 naar de Belastingdienst stuurde,” reageerde Debbie Liem, diens advocaat.

De AA is volgens haar in 2009 door klager en diens zoon benaderd. Op dat moment was er voor de BV van klager al tien jaar geen aangifte vennootschapsbelasting meer gedaan. Voor de fiscus reden klager diverse naheffingen op te leggen. Mede op aandrang van de behandelend inspecteur schakelde klager daarop de AA in.

De inspecteur drong aan op een reconstructie vanaf 2003. Probleem daarbij: het gemis aan geschikte beginwaarden. Er was alleen een door de voormalige accountant opgestelde conceptjaarrekening 2002. Die is volgens Diem door deze voormalige accountant al in 2009 naar de fiscus gestuurd. “Mijn cliënt heeft in 2014 dus niets geheims onthuld.”

Had de AA bij het versturen van de stukken zonder toestemming van zijn voormalige cliënt zich nog afgevraagd of dit wel comme il faut was, wilde de voorzitter weten. “Zeker,” antwoordde deze. “Maar de stukken lagen al bij de fiscus. Dus toen de inspecteur belde en zei dat hij ze zo snel niet meer kon vinden en vroeg of ik ze wilde opsturen, zag ik daar niet zo’n probleem in. Ze waren al eerder gedeeld.”

Voorzitter: “Maar klager was toen al twee jaar uw cliënt niet meer…”
AA: “Ik wilde de rechtsgang niet belemmeren.”

De AA gebruikte de gegevens uit de conceptjaarrekening 2002 als uitgangspunt voor de jaarrekeningen 2003 en de verder. Daarin stond ook de hoogte van de pensioenvoorziening. Volgens Diem heeft klager die destijds zelf geaccordeerd. Met andere woorden: dat hem de nodige naheffingen te wachten stonden, moet hij dus hebben geweten. “We hebben die geaccordeerde stukken niet bij de bijlagen gevoegd, maar als uw Kamer daar prijs op stelt, doe ik u die graag alsnog toekomen,” aldus de advocaat.

“Ik betwijfel of dit klopt,” riposteerde de zoon. “En als mijn vader al heeft getekend, heeft hij dat waarschijnlijk gedaan zonder te beseffen waar hij voor tekende. Hij kreeg ineens een aanslag van 70.000 euro en is zich rot geschrokken. Dat was het dubbele van wat hij normaal betaalde.”

De zaak die de tuchtrechters vrijdagmiddag behandelden kent een lange voorgeschiedenis. Al in 2015 diende klager, tijdens zijn werkzame leven actief als octrooigemachtigde, voor het eerst een klacht in tegen de AA. Die werd door het tuchtcollege deels niet ontvankelijk en deels ongegrond verklaard. In hoger beroep bij het CBb bleef deze uitspraak overeind. Twee jaar later, in 2017, trok de man opnieuw bij de raadskamer aan de bel. Die verklaarde deze tweede klacht niet-ontvankelijk wegens het zogenoemde concentratie-van-klachten beginsel. Dit impliceert dat een klager zijn klachten zoveel mogelijk in een tuchtprocedure aanhangig gemaakt. Dit keer vernietigde het CBb de uitspraak deels en verwees de zaak terug naar de Accountantskamer.

De uitspraak: Waarschuwing voor AA die vertrouwelijke info ex-cliënt naar fiscus stuurde

Gerelateerde artikelen