‘Accountant zag geen omkopingsfraude bij dochter SHV’

De controlerend accountant van PwC kwam niet tot de conclusie dat er sprake was van omkopingsfraude bij SHV-dochter Econosto Mideast.

Evenmin was er een aanleiding om die conclusie later te heroverwegen, zei zijn raadsman maandag tijdens de tuchtzaak tegen zeven personen van accountantskantoor PwC. 

Tegen de zeven was een klacht ingediend na publicaties over fraude in onder meer NRC Handelsblad.

Over deze zaak publiceerden we eerder: 

Tuchtklachten AFM tegen accountants PwC
AFM stelt onderzoek in naar PwC inzake SHV-Econosto
NRC: PwC keurde ‘misleidende’ boekhouding goed
Lakeman dient tuchtklacht in tegen top PwC wegens niet melden fraude

De zaak van maandag was het eerste deel in een tweeluik waarin accountants en bestuurders van PwC gedaagd zijn in het kader van een mogelijk omvangrijke omkopingszaak. Deel twee volgt in oktober als ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zich in de discussie mengt. 

De zaak komt er in de kern op neer dat Econosto Mideast, een dochter van gigant SHV dat jaarlijks vele miljarden omzet, tussen 2009 en 2014 personen omkocht met als doel opdrachten uit het Midden-Oosten binnen te halen. Die steekpenningen zouden in de administratie als personeelskosten zijn opgenomen. Hiermee geeft die administratie een onjuiste weergave van de werkelijkheid en wordt valsheid in geschrifte samen met omkoping gemaskeerd, is de stelling van Pieter Lakeman. 

Met zijn Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) bestrijdt hij misstanden in de accountancy. Zijn klacht steunt voor een zeer groot deel op eerdere krantenberichten over die vermeende fraude. Nadat hij zich vorig jaar meldde bij de Accountantskamer werd besloten de zitting voor 9 maanden aan te houden. Dit omdat de AFM ook onderzoek wenste te doen. Tegen de accountants die maandag in Zwolle verschenen, diende de AFM geen klacht in. In de zitting in oktober komen de accountants voor tegen wie zowel de AFM als SOBI een klacht heeft ingediend.

Geheim
Volgens Lakeman hebben de accountants en bestuurders van PwC de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit en vakbekwaamheid met voeten getreden. “Betrokkenen stellen zonder argument dat de klacht niet onderbouwd is en tegelijkertijd dat alles geheim is. De bedoeling van deze truc is duidelijk: omdat de klacht juist is kan men deze niet weerleggen maar met de verwijzing naar geheimhouding wil PwC zonder de klacht te weerleggen deze toch ongegrond verklaard krijgen.'' 

De controlerend accountant zou op 3 februari 2010 een memo hebben ontvangen waarin melding werd gedaan over vele contante betalingen. Uit dat document blijkt volgens Lakeman of PwC een fraudemelding had moeten doen. Dat de beklaagden dat document niet overhandigd hebben noemt hij verdacht. Als het ze zou vrijspreken, hadden ze het wel bij de stukken gevoegd, was zijn redenatie. Advocaat Gertjan Boekraad kaatste de bal terug: het is niet aan de gedaagden om met bewijsmateriaal te komen. “Het is aan de klager om de klacht aannemelijk te maken.''

Volgens Boekraad hadden de betrokkenen in de genoemde periode geen betrokkenheid bij controle-activiteiten bij deze SHV-dochter. Ook van belang is dat de AFM, na zeer grondig onderzoek, geen reden zag een klacht in te dienen tegen de personen die maandag in Zwolle zaten. Tegen vier betrokkenen is een klacht ingediend omdat ze deel uitmaakten of maken van het bestuur van PwC. “Zij hebben geen enkele betrokkenheid gehad bij de controle van jaarrekeningen van enige SHV-entiteit.'' 

De bestuurder van een accountantsorganisatie kan niet tuchtrechtelijk verweten worden dat hij of zij heeft nagelaten een fraudemelding te doen. “Het is een misvatting dat een bestuurder inzage heeft in alles.'' Advocaat Steven Perrick, die de controlerend accountant verdedigde, meldde dat zijn cliënt destijds geen omkoping heeft vastgesteld. Lakeman meent dat de verplichting eventuele fraude te melden blijft lopen ook nadat anderen het werk overnemen. “Waarop is dat gebaseerd? Dat maakt volstrekt onduidelijk hoe lang een verjaringstermijn loopt.'' Perrick meent dat het klachtrechter van SOBI verjaard is.

Een uitspraak volgt begin oktober. Later die maand dient het slot van deze tweeluik: de tuchtzaak ingediend door SOBI en de AFM.

Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle

Zaaknrs.17/918 / 17/919 / 17/920 / 17/921 / 17/922 / 17/923 / 17/924 / 17/926

Gerelateerde artikelen