Accountant weet niet wat hem te verwijten valt
Niet onderdeel van de opdracht, maar wel de gewoonte, was dat het accountantskantoor voor de adviseur in vastgoed de jaarstukken bij de Kamer van Koophandel deponeerde. Toen de adviesonderneming navroeg of dit tijdig was gedaan, kreeg hij van de AA een bevestigend antwoord. Dat later onjuist bleek te zijn. De te late deponering had geen gevolgen voor de onderneming, maar bleek een lont in een kruitvat te zijn.
De klant gaf aan van de accountant af te willen, waarop die prompt de toegang tot het online boekhoudprogramma blokkeerde. Hij stuurde wel de volledige administratie, maar de klant wilde juist een digitaal overdraagbaar bestand zodat ze zelf een boekhoudpakket kon aanschaffen. Elk verzoek tot overleg werd vervolgens door de accountant geweigerd. Ook zou hij niet zijn ingegaan op een officiële klacht.
Het stak de AA dat de ondernemer nu naar de Accountantskamer is gestapt omdat hij na bedreigingen zijn zin niet heeft gekregen. De jaarrekening 2012 was naar tevredenheid verzorgd. De ondernemer had slechts een servicecontract voor het online boekhoudsysteem. Daarmee gaf hij aan dat de afsluiting van het account volgens hem legitiem was. Dat er iets is misgegaan bij de deponering van de stukken, erkende hij. Maar het was geen taak voor hem als accountant. De deponering moet immers door het bedrijf zelf geregeld worden. Hij erkende wel na vragen van de Accountantskamer dat hij uit boosheid het boekhoudaccount sloot. ‘Maar uit niets blijkt wat ik als accountant fout heb gedaan’, besloot de gedaagde.
Uitspraak over circa 10 weken.
Zaaknr. 15/232
(Door: Michiel Satink/Juridisch Persbureau Zwolle)