Accountant vermengde advies- met controlewerk: 1 maand doorgehaald

Volgens de tuchtrechter heeft de accountant de bedreiging voor zijn onafhankelijkheid onvoldoende onderkend.

Zaaknummer 20/432

Over deze zaak schreven wij: 'Onafhankelijkheid accountant op het spel na jarenlange relatie'

Het vermengen van advies- met controlewerk waarbij dat laatste ook niet de toets der kritiek kon doorstaan, leveren een accountant een tijdelijke doorhaling van een maand op.

Een verlengstuk van het management, daar leek de rol van de extern accountant van Van Campen Industries op. In stukken richting de banken voerde de accountant het woord. Het antwoord van de banken ging ook weer rechtstreeks naar hem. Hij was al sinds 2000 de controlerend accountant van de Van Campen Groep maar zag daar geen bedreiging in. Het bedrijf ging in mei 2017 failliet en haar curator sleepte de accountant voor de tuchtrechter. De accountant moet volgens de klager geweten hebben van een claim die het bedrijf al jaren als een molensteen om de nek hing. Alleen was dat niet vermeld in de jaarrekeningen van 2013 tot en met 2015.

Claim van 1,9 miljoen
Het bedrijf werkte samen met een dochterbedrijf van BAM, Redubel, aan de ontwikkeling van geluids- en brandwerende bekleding van de wanden van tunnelbakken van de rijksweg A4. Een project dat Van Campen in 2013 in de problemen bracht toen een Engelse leverancier kennelijk ondeugdelijke materialen leverde aan de dochter van BAM. Was de accountant voldoende professioneel-kritisch op het punt van mogelijke verplichtingen van Van Campen tegenover een claim van 1,9 miljoen euro van Redubel? 

“De omstandigheid dat partijen volgens de conceptbrief met elkaar in dialoog waren, betekent niet dat betrokkene ervan uit mocht gaan dat de claim geen, voor de jaarrekening 2013, relevant gegeven was'', oordeelt de Accountantskamer. Aan de bank van Van Campen was de claim gemeld en dat had voor de accountant een indicatie moeten zijn dat het een belangrijk geschil was. Bovendien lag het bedrag van de claim ver boven de bij een controle gehanteerde materialiteitsgrens van 105.000 euro. Dat het bestuur aangaf alle relevante claims te hebben doorgegeven, waar deze bewuste claim niet tussen zat, had reden moeten zijn voor nader onderzoek. De beklaagde accountant wist immers van die claim in de brief aan de bank die hij wel kende.

Wel toetste de accountant afdoende de continuïteitsveronderstelling van het bestuur, vindt de tuchtrechter. Uit een checklist blijkt dat hij onder meer de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat, het vermogen, de orderportefeuille en het nakomen van financieringsafspraken controleerde. Maar het faillissement van 2017 dan? Hoe verhoudt zich dat tot die continuïteit? Het faillissement is meer dan een jaar na einddatum van de gecontroleerde jaarrekening van 2015 uitgesproken, stelt de Accountantskamer vast. Ook bleek uit die jaarrekening dat de bank een aanzienlijk extra krediet had verleend. Onder die omstandigheden was er geen aanleiding voor gerede twijfel.

En dan was er nog de omstreden verkoop van machines ter waarde van 327.000 euro op de laatste dag van 2014. De koopovereenkomst kreeg als datum 31 december 2014 terwijl die pas in februari 2015 was vastgesteld. Het was de accountant die adviseerde de verkoop al in 2014 te formaliseren en dat hij had volgens de tuchtrechter niet zo mogen doen. Hij ,,wist immers dat de overeenkomst was geantedateerd en had het management moeten meedelen dat de datering van de overeenkomst daarom niet acceptabel was.'' Was dit fraude, zoals verondersteld is? Nee, dat vindt de Accountantskamer van niet. ,,Het lijkt erop, gegeven de omstandigheid dat het management en betrokkene openlijk over de overeenkomst en over de datering ervan hebben gecorrespondeerd, dat zij zich er niet van bewust zijn geweest dat de datering van de overeenkomst op 31 december 2014 onjuist en mogelijk zelfs een strafbaar feit was.''

De Accountantskamer meent dat de accountant de bedreiging voor zijn onafhankelijkheid als gevolg van zijn langdurige en intensieve betrokkenheid bij het bedrijf onvoldoende heeft onderkend. De 'rolvermenging van adviserend en controlerend accountant' brengt het gevaar van zelftoetsing mee. De mogelijkheid bestaat immers dat de controle betrekking heeft op aangelegenheden waarover de controlerend accountant in een eerder stadium zelf heeft geadviseerd. Alles opgeteld vindt de tuchtrechter een doorhaling voor de duur van een maand passend.

Gerelateerde artikelen