Waarschuwing voor ‘gebrekkige vakbekwaamheid’
Zaaknr. 17/2574
De accountant voerde een voorziening voor groot onderhoud in de jaarrekening op, maar deed dit op basis van een onvolledige analyse.
Dat blijkt uit de uitspraak van de Accountantskamer deze week.
Deze zaak werd in april, 2018 besproken in het artikel: Klager vecht voor eerherstel
De zaak draait om het Sportbedrijf Amstelveen, verantwoordelijk voor de exploitatie van sportaccommodaties in deze gemeente.
De interne koers van de directeur van deze stichting werd betwist maar hij kreeg toch een mooie gratificatie. Volgens de financieel manager van de stichting, die de accountant voor de tuchtrechter sleepte, had dit niet gemogen vanwege de Wet Normering Topinkomens (WNT).
Het inkomen van de directeur zou zo boven die norm uitkomen. Instellingen die zich drie jaar voor meer dan de helft moeten bedruipen met overheidssubsidies moeten zich houden aan grenzen voor betaling aan bestuurders. Een mogelijk ernstiger klacht betrof het opnemen van een voorziening voor groot onderhoud. Hierdoor zouden toekomstige uitgaven voor de vervanging van toplagen van sportvelden ten onrechte niet zijn aangemerkt als investeringen, maar als kosten. Dat zorgde voor een niet getrouw beeld van de situatie in de jaarrekening, aldus de klager.
De klacht betreffende de WNT is ongegrond verklaard. Volgens de accountant was de stichting al drie jaar niet voor meer dan 50 procent met overheidsgeld gefinancierd. Daarom was volgens hem de WNT niet van toepassing. Het was niet aan de accountant toe te zien op de beloning van de directeur: het ging hier om een variabele vergoeding die voortaan deel uit maakte van het vaste salaris van de bestuurder. Hij heeft vastgesteld dat er geen variabele beloning 'aanwezig was' en kon daarmee volstaan, aldus betrokkene. Dat de stichting al meer dan drie jaar niet voor de helft met overheidsgeld gefinancierd werd, is door de klager onvoldoende weerlegd. Daarom is dit klachtonderdeel ongegrond.
De tuchtrechter oordeelde anders aangaande de voorziening voor groot onderhoud. Het opnemen van die voorziening baseerde de accountant op een besluit van de gemeente van december 2014. Maar in zijn controledossier zat het besluit niet, erkende de accountant. Hij meende dat dit niet strikt noodzakelijk was, omdat uit andere documenten zou blijken dat dit besluit genomen was en dat er uitvoering aan gegeven werd.
De Accountantskamer meent dat hij bij de controle van de jaarrekening 2015 “onvoldoende heeft onderzocht of de voor de overdracht noodzakelijke stappen in de vorm van genomen besluit(en) en ondertekening van de huurovereenkomst zijn gezet. Informatie over de feitelijke uitvoering van de overdracht, waarover betrokkene wel beschikte, kan deze lacune niet vullen'', aldus de uitspraak. Dat maakt zijn analyse onvolledig en kan daarom niet worden gezien als een zorgvuldige onderbouwing van zijn besluit tot het vormen van de voorziening.
De tuchtrechter kwam tot een waarschuwing mede omdat het hier een belangrijke balanspost gaat. Zijn gebrekkige onderbouwing geeft duidelijk blijk van een “tekortschietend besef voor de eisen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid die daarvoor gelden''.
Auteur: Michiel Satink / Juridisch Persbureau Zwolle